Wilfried de Jong

Eddy Merckx, die kon pas hoesten op de kale top van de Mont Ventoux. Uit de weg allemaal. Lucht, had Eddy nodig. Lucht.
Het was allemaal aanstellerij geweest, beweerde Merckx jaren nadien. Hij lachte zichzelf uit toen hij zijn jonge ik terugzag op zwart-witbeelden uit 1970.

Merckx kon fietsen en acteren, zo bleek. Van die combinatie word je een groot renner. Dan ben je een sportman, omgeven met verhalen.
Als iets duidelijk werd, gistermiddag tijdens de klim op de Ventoux, is het dat je nooit moet spotten met deze berg.
Als je met de auto de Ventoux oprijdt – het liefst met de ramen open – raak je als luxe reiziger eenvoudig bedwelmd. Aan de voet ruik je de weeïge geur van de lavendelvelden, in het bos zoemen insecten je tot rust en tijdens de kale klim vergaap je je aan het uitzicht.
Met een fiets gaat het anders. De berg is je de baas, de Ventoux bepaalt.
Bauke Mollema deed vooraf nuchter over de berg. Hij ging gewoon 21 kilometer omhoog fietsen.
Eenmaal over de finish zadelde de beruchte ijle lucht Mollema op met een probleem. De kopman van Belkin had – met de moed der wanhoop – de tweede plaats in het klassement kunnen behouden maar in ruil daarvoor werd hem het spreken deels onmogelijk gemaakt.
Ieder uitgestoten woord werd gevolgd door een kuch. Of Mollema wilde of niet. Van aanstellerij was geen sprake. Het was de lange neus van de Ventoux naar een Groningse jongen die de berg niet van tevoren had willen verkennen. Dat pikte de berg niet.

Het was de lange neus van de Ventoux naar een Groningse jongen die de berg niet van tevoren had willen verkennen. Dat pikte de berg niet.

De stenen kolos in de Vaucluse heeft nare trekken. Niet voor niets wordt beweerd dat de Ventoux bij iedereen die hem beklimt een litteken achterlaat, net als een marathon bij hardlopers.
Overigens had Bauke niets te klagen. Een half uurtje kuchen, ach, het viel nog mee. Winnaar Christopher Froome kreeg zuurstof toegediend. Oxygen, las ik. Maar dat klinkt zo verdacht. Het was een hapje lucht, zoals een fietsband dat ook nodig heeft als er lang mee gereden is.
De gevallen God Armstrong keek vanaf grote afstand toe. Tijdens de klim verstuurde hij een tweet: "Hey Chris Froome, no gifts on the Ventoux." 
Die gekke Lance.
Druk doende zijn zeven gele truien met een handwasje schoon te krijgen, had hij even tijd voor cynisme. Hij, die Pantani de zege schonk op de Ventoux en daar later spijt van kreeg.
De tempoversnellingen van Froome deden denken aan die van de kleine Italiaan, het bijbehorende wit uitgeslagen gelaat aan dat van Armstrong. Kon het treffender?
In de nacht nam de stevige wind weer bezit van de Ventoux. Voetstappen in de berm werden uitgewist, de gratis reclamepetjes fladderden over de steenslag naar beneden.
Het Tourkabaal was weg. De natuur was en bleef de baas. En het boek met verhalen over de Ventoux was weer een paar pagina's dikker.

 

Wilfried de Jong (1957) is theater- en televisiemaker en schrijver.
Deze column verscheen op maandag 15 juli 2013 in nrc.next en werd opgenomen in de bundel wielercolumns 'Solo' van Wilfried de Jong. Met toestemming van de auteur overgenomen op De Kale Berg.