Vijf beklimmingen op één dag - lengte: 231 km - hoogteverschil: 7.663 m
Op 1 juni 2003, zo tegen 20.45 u., kreeg ik de bibbers toen ik door de verrekijker Dominic Rosé het Tom Simpson-monument zag passeren. Even later reed de Zonhovenaar een rondje over het bordes om zijn emoties onder controle te krijgen: voor de vijfde keer die dag stond hij aan de voet van het Observatoire. Ik was getuige geweest van (weer) een historisch moment voor de liefhebbers van De Kale Berg: Domi Rosé was de eerste renner die vijfmaal op één dag de Mont Ventoux bedwongen had.
Van begin af aan heeft Dominic Rosé zijn strijd op de flanken van de Ventoux voornamelijk gezien als een gevecht tegen de berg, als een 'Highway to Hell'. En zoals de duivel altijd weer terugkeert naar zijn verblijfplaats, keerde hij, Dominic Rosé, steeds weer terug naar de top van de Ventoux. Vijf keer, om precies te zijn.
En andersom geredeneerd: wie trekt er altijd aan het kortste eind? Juist: de duivel, of, in Dominics geval, de renner, want de Kale Berg blíjft daar maar liggen, alsof hij zeggen wil: je hebt me een keer te pakken gekregen, maar ik lig hier nog steeds, mij heb je alleen maar in schijn klein gekregen…
Daarom gaf hij aan zijn helletocht de naam Diable. En ter ere van deze eerste Diable zal het NBG De Kale Berg deze titel voortaan verlenen aan eenieder die erin slaagt de prestatie van Dominic Rosé te evenaren. Ook de onderneming als zodanig zal voortaan die naam dragen.
Parcours
Wie drie keer op en neer is geweest, voor de vierde keer boven is gekomen en de Diable wil fietsen, staat op het bordes voor de keus: daal ik voor de vijfde beklimming eerst af naar Bedoin, naar Sault of naar Malaucène? En langs welke weg ga ik daarna weer omhoog? Die vraag kreeg ik dus van mijn Belgische fietscollega's voorgelegd.
Bij het uitstippelen van een vijfde weg naar de top heb ik gezocht naar een parcours dat zo weinig mogelijk over wegen zou lopen die in de vier eerdere beklimmingen (en die identiek zijn aan die van Pic’s Galérien) al benut waren. Dat parcours vond ik in de weg tussen Les Grands Pins en Vallon de la Grave. Dat is een route forestière die dwars over de westflank van de berg op zo’n 1450 m hoogte de weg Bedoin - top en de weg Malaucène - top met elkaar verbindt. Deze bosweg - ik heb hem Route des Chamois gedoopt, ofwel Gemzenpad - komt in de Galérien niet voor; ik kom er later op terug.
Wat het parcours betreft, waren er nu vier mogelijkheden, maar de door het slechte wegdek meest uitputtende is: afdalen naar Bedoin en dan via Saint-Estève, Route des Cèdres, Les Grands Pins, Route des Chamois, Vallon de la Grave en Chalet Reynard naar de top - 29.5 km met een hoogteverschil van 1683 m.
Ook al is hij de kortste van de vier, deze route was naar mijn idee - als extraatje na de Galérien! - volslagen gekkenwerk, maar wie aan de Diable begint, is sowieso niet toerekeningsvatbaar. Want hij kan weten dat hij, inclusief de afdalingen, na gedane zaken 231 km achter en 7.663 hoogtemeters onder zich heeft gelaten… Ter vergelijking: Luik-Bastenaken-Luik telt circa 220 km en ongeveer 3.685 hoogtemeters.
Als route voor de Diable stelt het NGB De Kale Berg dus vast: de Galérien zoals Christian Pic (1936-2022) die op het programma heeft plus de route Bedoin - Saint-Estève - Route des Cèdres (= Cederpad) - Les Grands Pins - Route des Chamois (= Gemzenpad) - Vallon de la Grave (bij de Plaine de l’Hermitant, iets 'boven' Chalet Reynard) - top.
Route des Chamois
Wie de Galérien heeft gereden, kent de Route des Cèdres, maar waar ligt de Route des Chamois precies?
Aan de ene kant begint/eindigt het Gemzenpad niet ver van Chalet Reynard. Daar ga je als gebruikelijk het maanlandschap in. In de eerste bocht naar rechts, na ongeveer 400 m, houd je bij de borden 'col ouvert' en 'verboden voor caravans' niet de gewone weg naar de top aan, maar buig je linksaf en fiets je een plateau op, de zogeheten Plaine des Hermitants; je ziet er vaak mensen picknicken of aan andere intermenselijke relaties werken. Aan de overkant van de Plaine, ongeveer 100 m vanaf de D 974 en niet ver van een groene loods, zie je enkele rode palen en een paar bordjes.
Op het groene bord staat le Sommet (= de Top); de gele bordjes wijzen wandelaars de weg naar diverse andere bestemmingen. Op dit punt begint een betonnen weggetje dat naar de groene loods voert; deze weg moet je niet op. Ga op dit punt naar rechts; al gauw kom je op een weggetje dat naar rechts buigt en dan min of meer parallel aan de D 974 loopt. Wie deze weg volgt, treft plusminus 150 m verder weer een richtingaanwijzer voor randonneurs. Centraal op de paal staan de naam en de hoogte van dit punt op een klein vierkant schildje: Vallon de la Grave, 1452 m - tussen haakjes: de IGN-kaart geeft 1448 m aan. Als je hier rechts omhoog kijkt, zie je het begin van de Téléski de l'Ermittant (= Hermitant); links kijk je de Vallon de la Grave in. Op dit punt begint de Route des Chamois pas echt - of eindigt hij, als je de Diable rijdt. Het andere eind ervan ligt, als gezegd, bij Les Grands Pins, waar je ook langs komt als je de Galérien fietst.
Les Grands Pins staat op de stafkaart; dit punt ligt 2,9 km van het snijpunt van de RF met een zeer scherpe bocht in de weg Malaucène - top, 1,4 kilometer boven Mont Serein. Deze bocht heb ik le Tournant de l'Anglais gedoopt.
Deze vijfde route is slechts weinigen bekend en dat is maar goed ook: de Route des Chamois, het Gemzenpad in rond Nederlands, leent zich absoluut niet voor normaal verkeer; zij is het exclusieve domein van wandelaars -- en een doodenkele fietser. De Route des Chamois is op de IGN-uitgave Carte de Randonnée Mont Ventoux 3140 ET, TOP 25 als een naamloze witte weg aangegeven. De kaart is overal rond de Ventoux te koop. Hij is ook vanuit de luie stoel via internet te bestellen (www.ign.fr) en het moet gezegd: IGN levert zeer snel en correct.
De term Route des Chamois of Gemzenpad komt uit mijn koker – je vindt hem dus niet op de kaart. Ik heb hem bedacht om een gesprek tussen de Nederbelgische fietsers wat eenvoudiger te maken: als het beestje een naam heeft, weten we tenminste waarover we spreken. Hetzelfde geldt voor de Tournant de l'Anglais, als gezegd het punt waar de RF op de D 974 Malaucène - top uitkomt.