Het clubmotto van WTC de Doorentrappers uit Tilburg luidt: Je doet toch alles om thuis weg te zijn! Maar om nou vijf keer de Ventoux op te fietsen, zó slecht heb ik het thuis toch niet.
Zo'n tien jaar geleden maakten we met zes man een tour door de Alpen. Op de terugweg naar huis werd de Ventoux ook nog even aangedaan. Wat een ramp, 40 graden en 1 miljoen vliegen! Ik kende bijna alle beklimmingen van de Alpen en de Pyreneeën, maar dit was toch wel de heftigste van alles! Na 2 uur en 5 minuten stond ik samen met mijn broer boven van het geweldige uitzicht te genieten. Dat ik hier vaker zou gaan komen stond toen al vast.
In de opvolgende fietsvakanties, en vakanties met mijn vrouw en kinderen werd de Ventoux elk jaar een paar dagen bezocht. Op weg naar de zuidkust, of op de terugreis om weer tot rust te komen in de prachtige Provence.
Maar het echte werk begon pas in 2002. We waren met negen man vanaf Oisterwijk naar de Alpe d'Huez gefietst om aan de Marmotte deel te nemen. Na weer een week thuis geweest te zijn vertrokken we met mijn gezin richting Ventoux, naar Villes-sur-Auzon, waar ik al vijf jaar mijn caravan op camping ‘Les Verguettes' heb staan. Met de kilometers in de benen van de Marmotte-reis, verzon ik voor mijzelf de drie keer Ventoux. Van het boek en van mijnheer Pic had ik nog nooit gehoord. Op de verjaardag van mijn moeder, 18 juli, moest het maar gebeuren. Om 8 uur gestart in Bedoin, zonder enige vorm van begeleiding. Na 7.31.50 uur was ik weer terug in Bedoin. Trots fietste ik terug naar Villes-sur-Auzon.
De vakantie ging verder, we reden via de Verdon richting Toscane, Italië. Overal werd gefietst, vaak samen met mijn vrouw, die de laatste vijf jaar ook maar is gaan meedoen.
Maar ja, op terugweg moesten we weer langs de Ventoux om de caravan terug op de camping te zetten. In Bedoin, in brasserie Relais du Ventoux, ontmoette ik Willem, een fietsmaatje van onze club. Hij had het boek De kale berg bij zich. Ik vertelde over drie keer Ventoux en al snel liet hij mij de vierde route zien. Shit, ik heb alleen morgen nog, daarna moeten we echt naar huis. Maar die vierde route, op een racefiets? Daar durfde ik mijn nieuwe titanium-Van Tuyl toch niet aan te wagen. Het alternatief was de boodschappen-mountainbike die we altijd bij ons hebben, compleet met bagagerek en gewone trappers.
De volgende ochtend, het was die dag precies vier weken na mijn drie keer Ventoux, startte ik om klokslag acht uur in Bedoin bij de streep. Ik voelde me ijzersterk en stond in dubio of ik mijn persoonlijk record zou gaan verbeteren, of toch maar die vier keer te doen. 1.32.11, dat moet sneller kunnen, nu of nooit!, na al die kilometers deze zomer. Helaas, boven stond de wind weer eens verkeerd, shit, 1.37.30. Dan die vier keer maar! Boven zonder te stoppen direct door naar Malaucène. Bij de markt de bidons gevuld, koekje gegeten, banaan erin, en direct weer op weg, voor de tweede beklimming.
Na 1.43.25 stond ik weer boven, ritsje dicht en naar Sault toe. Daar aangekomen wat koeken gekocht, twee cola, en mijn vrouw gebeld met de instructies om met de mountainbike klaar te staan in Bedoin. De klim uit Sault werd in 1.37.04 uitgevoerd en inclusief alle afdalingen en pauzes werd na 7.09.45 de Cinglé genoteerd. De eerste 8 kilometer van de vierde beklimming heb ik nog op de race-fiets gedaan. Bij de afslag richting bos werd ik opgevangen door mijn vrouw, mijn twee kinderen, Casper en Bernice, en door een andere fietsmaat, Edgar en vriendin.
Even wat gegeten, mijn tennisschoenen aangedaan, en daar ging ik dan, op mijn boodschappenfiets, zes maten te klein, gewone trappers, geen gezicht! Maar ja, in het bos kom je toch niemand tegen! Omdat je die route niet kent zit je je steeds af te vragen of je wel goed rijdt. De staat van de route was in
2002 nog erbarmelijk slecht, later is zeker het eerste stuk mooi vlak gewalst. Mijn vrouw zou aan de andere kant van het bos, bij de slagboom, op me wachten, om weer van fiets te wisselen. Daar aangekomen vond ik het wel leuk om op die rotfiets helemaal naar boven te fietsen. Zo gezegd zo gedaan! Boven de felicitaties aangenomen, helm op en direct weer naar beneden, weer op dat maffe fietsje.
Na 10.40.30 u. totaal stond ik weer in Bedoin. Maar waar was mijn vrouw met de auto? Weg dus! Kon ik ook nog even naar Villes sur Auzon op dat misbaksel. Totaal 206 km, die dag.
Op de camping stond de champagne al klaar, eten met z'n allen en op naar het dorpsfeest.
Om half 3 naar bed, de dorst was stevig gelest. De dag erop inpakken en toch maar een dag later dan gepland naar huis gereden, met een voldaan gevoel, maar vooral met de gedachte: dit doe ik dus nooit meer!
Goud bij de Marmotte
Het seizoen 2003 werd gepland, de Ardechoise stond op het programma, 21 juni.
Met zo'n 20 mensen eerst een week getraind in de omgeving, en toen de grote dag. Als je ooit een mooie en goed georganiseerde toertocht wilt rijden, dan moet je dus in de Ardèche zijn. 15.000 deelnemers! Goud gereden, en daarna alleen met mijn cabrioletje, Peugeot 304, naar mijn caravan bij de Ventoux gereden. Ik zou daar veel gaan trainen, diverse mensen op bezoek krijgen, en toch zeker wel 10 keer de Ventoux beklimmen in een week tijd. Want de Marmotte stond ook weer op het programma, begin juli. Uiteindelijk ben ik 12 keer bovengeweest, 3 keer op de fiets, en 9 keer met de auto, schande. Vooral die ene keer in een Porsche 911, daar heb ik geen fietsvrienden mee gemaakt. Excusez-moi! Ook nog drie kilo aangekomen. Mijn ouders arriveerden en betrokken mijn caravan. Ik ging op de fiets van de Ventoux naar de Alpe d'Huez, als training voor de Marmotte. 235 km, op het eind de Ornon nog als toetje.
Goud bij de Marmotte en met vrienden weer met de auto naar huis.
Thuis aangekomen, twee weken niet gefietst, alleen maar gewerkt, spullen weer in orde gemaakt voor de vakantie met vrouw en kinderen. Weer naar de Ventoux, waar ik deze zomer met mijn beide broers en hun families enige tijd zou doorbrengen. De ene broer weegt 66 kilo en de andere 125. Ikzelf weeg rond de 85 kilo. Gezien de afwijkende posturen ben ik de ene dag met de een, en de andere dag met de ander gaan klimmen. Tijden: 1.40 en resp. 2.53. De zware zei dat het aan zijn fiets lag, dus… twee dagen later hij op mijn fiets en ik op zijn fiets. 2.15, en dat met zijn gewicht!
In de winter plannen gemaakt voor 2004. De Marmotte stond wederom op de planning, maar ook de Stelvio werd binnen onze club steeds meer besproken. Er waren al door twee mensen tijden neergezet, die moesten natuurlijk verbeterd worden. Ondertussen het boek De kale berg nog eens gelezen, en vaak de site bezocht. Hé, iets nieuws, interessant, 5x, 6x, 7x, of wel 10x de puist op. Inschrijven dus voor de Diable. Zogezegd, zogedaan. Op de site werd afgevraagd wie de eerste Nederlander zou worden die Diable of Cannibale zou worden. Nou, als ik dat nou eens word! Mijn hartritme verhoogde alleen al bij de gedachte, elke nacht werden de routes gereden, in mijn dromen!
Op 19 juni gingen we met vier man richting Stelvio, Italië. We zouden twee weken low-budget leven.
Het weer was te slecht om te kamperen en al snel zaten we in een gezellig hotel. De volgende dag: alleen maar regen. Met de auto zijn we de pas opgereden, verse sneeuw, 15 cm.
De volgende dag toch met de fiets naar boven, Bert 1.45u, ik 1.52, Peter 1.56, en Pierre 2.14u.
De dag erna weer regen, en na enig overleg om 12 uur vertrokken richting Bedoin.
Enkels verstuikt
In Barcelonette overnacht, de volgende dag door de Gorges de Meouge, richting Bedoin. Een jaar eerder had ik deze gorges ook al eens bezocht, schitterend! We bezochten nu ook weer de rotsen waar je van grote hoogte in de rivier kunt springen. Het was warm en dus gingen we ons even verkoelen in het water. Nog eens van die hoge rots afspringen leek me wel leuk. Plons! Au, au, shit, de bodem! Ik dacht dat ik mijn enkels brak! Het water was niet zo diep als afgelopen jaar en de rots stak daardoor ook meer dan een meter verder uit het water. Wat was ik weer dom geweest! Twee verstuikte enkels, mijn schoenen konden niet meer goed aan. Sukkel! Het was nu dinsdag, en zaterdag 26 juni stond vijf keer Ventoux op de planning, en dan twee van die dikke enkels. Mijn fietsmaatjes verklaarden me voor gek, eerst al om van die rots af te springen, en nog een keer toen ik vertelde dat ik tóch ging op zaterdag.
Op vrijdagmiddag ben ik in Bedoin naar de fietsenmaker, alias pizzeria gegaan om mijn mountainbike te laten checken. Nieuwe remblokken en rijden maar. In de winkel hingen diverse aanplakbiljetten over de Masterseries, de 24 uurs-race, zoveel mogelijk keer de Ventoux op. De dame in de winkel schreef me in, 40 euro dokken en ik werd de volgende morgen om 6 uur terug verwacht. Ze keek wel een beetje bedenkelijk toen ik het verhaal van de sprong in de rivier vertelde en bijbehorende enkels liet zien. 'But you can try it!' 'Merci'.
In de verslagen op de site heb ik gelezen over hoe diverse ventouristen zich voorbereid hebben, om er maar zeker van te zijn dat alles goed zou gaan. Mijn voorbereidingen: gewoon eten, voetballen kijken in de kroeg met een pot bier, redelijk op tijd naar bed, bij het ontbijt ontdekken dat er geen ontbijt is, dan maar wat rijstwafels met honing, een banaan en een fles Extran. De organisatie zou zorgen voor eten en drinken… dus… een banaan lijkt me wel voldoende, twee bidons en wat koekjes mee.
Stempelkaart van het NBG De Kale Berg, een gsm, wat geld, en een dun jasje.
Voorts had ik afgesproken met Bert dat hij om half negen in Malaucène zou staan om een keer mee naar boven te fietsen. Pierre zou in de middag dan wel een keer met me door het bos fietsen om foto's te maken. Tussendoor zou ik op onze camping, La Garenne van fiets wisselen en wat eten.
Om vijf uur ging de wekker, maar ik was om half drie al wakker omdat een vriend het nodig vond om me ‘s nachts te bellen. Ivo, bedankt nog! Even douchen, vijf rijstwafels met honing op, banaan en een flesje Extran om het weg te spoelen. Pierre ging mee naar de start om daar wat foto's te maken.
De eerste klim: 1.54.55
Rugnummer 467 opgespeld en om even na 6 uur vertrok ik voor de eerste klim. Ik heb tijdens mijn laatste trainingstocht thuis, Oisterwijk-Domburg v.v. 350 km, mijn kilometerteller verloren op de kasseien in België. Ik hoefde vandaag dus alleen maar naar mijn hartslagmeter te kijken. Niet boven de 150, dan kan ik blijven gaan! Ik stond er versteld van dat ik me kon beheersen, er reden namelijk meerdere renners in de buurt, normaal gesproken moet ik die natuurlijk voorbij, al moet de hartslag naar 180. Rustig naar boven, zo kan het dus ook! De organisatie hield de tijden wel bij, maar met de Franse slag. Voor de zekerheid, en omdat ik dat altijd doe, heb ik op de stempelkaart van de Diable steeds mijn echte klimtijden en gemiddelde hartslagen genoteerd. De eerste klim: 1.54.55. hartslag gemiddeld 148. Boven wat gedronken en wat cake gegeten. Stempelen, administratie bijwerken, jasje aan, en afdalen, op het gemak, met de helm op natuurlijk. In Malaucène stond Bert niet op de afgesproken plaats en ik kon de stempelplaats niet vinden. Tof! Hé, daar komen Bert én Peter aan, zij meezoeken en op een terras, achter een plant zat iemand met een map papieren. Toch 10 minuten verloren op die manier. Alleen Bert ging met me mee de tweede klim in. Zeker niet als haas, maar meer voor de gezelligheid.
Mietjeskant
Na 1.49.30 stonden we boven. Hartslag weer 148 gemiddeld. Bert besloot om ook Sault maar even mee te pakken. Daar aangekomen, na een afdaling waar we regelmatig behoorlijk hebben moeten meetrappen, gestempeld, gedronken en weer wat cake gegeten. Meteen maar weer op de fiets voor de derde beklimming, de mietjeskant. In die klim heb ik heel wat pannenkoeken ingehaald die me aankeken met een gezicht van: jij kunt eigenlijk die steile kant wel rijden!
Ze moesten eens weten! Het werd al warmer, ik kreeg een beetje honger, en ik wist wat ik nog voor de boeg had. Mijn hartslag werd bijgesteld op 140. Na 1.48.30 stonden we weer boven, geen wereldtijd natuurlijk, maar ook niet uitgewoond! Stempelen, drinken, helm weer op, en afdalen maar.
In Bedoin aangekomen, via het fonteintje rechtstreeks naar de camping gefietst. Peter, onze Chef-kok, nam mijn bestelling op, ik nam snel een douche, en met een schoon tenue aan kon ik aan de uitgebreide lunch beginnen.
Mountainbike
Om één minuut voor drie meldde ik me weer bij de start, alias pizzeria, met mijn mountainbike.
Pierre, 55 jaar en al eeuwig goud in de Marmotte, zou vanmiddag een keer met me door het bos fietsen. Hij had ook zijn mountainbike daarvoor speciaal meegenomen. De eerste vier kilometers waren makkelijk, maar die volgende vier tot de afslag in het bos waren zwaar en vooral héét: 38 graden, pal in de zon, dat is geen lolletje. Linksaf, Route des Cèdres. Het eerste stuk in het bos ging wel; Pierre keek me aan met een blik van: is dit nu alles?, moeten ze hier nu een boek over schrijven? Maar al snel keek hij anders en steeds moest ik omkijken of hij nog wel volgde.
Hij ging mee als gezelschap, we zouden bij elkaar blijven. Pierre stopte af en toe om een foto te schieten. De weg werd slechter en steiler, richting Les Grands Pins. Gelukkig, daar was de vangrail, die ik nog kende van mijn vorige tocht. Even foto's gemaakt bij de wegwijzer, linksaf, en nog een beetje klimwerk. Daarna rij je lekker makkelijk richting slagboom bij TA, Tournant de l'Anglais.
Even tussendoor, vorig jaar heb ik heel deze route met mijn 33-jarige oude Peugeotje ook nog gedaan, best lastig maar op een gegeven moment kon ik nergens meer omkeren, doorrijden was het alternatief. Toen we een jeep tegenkwamen met daarin een soort boswachter dacht ik dat hij me wel op de bon zou slingeren, maar nee, hij zette zijn jeep in de bosjes om ons te kunnen laten passeren. Mijn zoontje was ondertussen al onder het dashbord gekropen van de schrik! Uitgebreid werd er gezwaaid en naar mijn perfecte cabrio gekeken. Frans hè.
De laatste 4.7 kilometer over de weg, aan de Malaucène-kant, gingen wel aardig omdat je dan weer op perfect asfalt mag rijden. Je geniet van het enorme uitzicht en ineens zie je de toren staan. Ja, dan ben je dus al bijna boven. Na 2.37.40, met een gemiddelde hartslag van 136, kon ik de administratie voor de vierde keer bij gaan werken. De organisatie van de Masterseries moest nog even een foto knippen en daar gingen we weer, met helm op, afdalen op de VTT.
Met een mountainbike met wegprofiel kun je dus verrekte hard afdalen, tenminste, mijn Hema-klokje gaf 80 kilometer in het uur aan, op dat perfecte asfalt, geweldig.
Beneden weer naar de fietsenmaker Bedoin Location, alias Pizzeria Chez Pierre, stempelen etc. Trouwens, dat is een gezellig zaakje met heel vriendelijke mensen! De madam vroeg zelfs nog hoe het met de enkels ging. ‘Ça va bien!' Nog maar één keer naar boven voor donker, Pierre ging weer mee! Om 18.20 verlieten we Bedoin. De zon stond al lager, we reden meer in de schaduw, we wisten dat dit de laatste keer zou zijn, kortom, die eerste acht kilometer tot aan RC, gingen veel beter. Het stuk tot aan GP kenden we nog, eigenlijk hadden we er schrik voor. Maar omdat het niet meer zo heet was, ging het me beter af dan enkele uren eerder. Ik was inmiddels ook helemaal gewend aan de andere fiets en het andere zadel. Bij GP weer de bekende foto's gemaakt en nu rechtsaf gegaan.
Deze route had ik nog nooit gedaan, nee, ook niet met de auto. Ik had op het routekaartje gezien dat het bijna vlak zou moeten zijn. Helaas, ik kwam bedrogen uit. Op een gegeven moment passeren we een bordje met hoogte 1516m. We hadden dus nog best wat geklommen.
Deze route is dus heel slecht. De kuilen worden groter, grind worden stenen, en als je hier en daar afdaalt zit je te shaken op je fiets. Verrek, een stuk wild, een gems natuurlijk, hoe kan het ook anders op het gemzenpad! Dit pad adviseer ik niemand op de racefiets te doen, zonde van je materiaal. Op het eind daal je nog sterk af, snelheden van 25 tot 35 kilometer per uur haal je makkelijk. Net voorbij Chalet Reynard, in de eerste bocht, kom je weer in de bewoonde wereld. Een andere deelnemer van de Masterseries komt net door die bocht en ziet ons uit het grindpad komen. De Fransoos vroeg of wij wel goed wijs waren om zo naar boven te gaan, ik was immers in die wedstrijd de enige die ook op VTT-paden had gereden.
Tranen bij Tommy
De laatste kilometers gingen echt vanzelf, je doel is bijna bereikt, je voelt jezelf een held, ik raas naar boven,
god wat had ik nog over! Maar wat gebeurde me toen ik Simpson voorbij reed? Meestal roep ik Tommy, maar nu schoot ik helemaal vol. Ik begon te janken op mijn fiets. Nog geen jaar geleden had ik daar nog gestaan met mijn vader, 82 jaar oud, kerngezond, fietste nog elk jaar 8000 kilometer, op een gewone fiets. In februari hebben we hem te plotseling verloren, zijn drie fietsen staan nu werkeloos in de garage. Nu voel ik pas echt dat ik voor hem hier aan het fietsen ben! Doorrijden zegt hij, dan haal je het nog binnen drie uur.
Peter en Bert verschijnen met de auto langszij, kijken me aan, en rijden op mijn verzoek meteen door naar de finish, ze begrepen me, ze voelden waar ik op dat moment mee worstelde, daarvoor zijn het ook vrienden waarmee je op pad bent.
Na 2.59.10 passeer ik de streep voor de vijfde keer, om 21.27 uur, gemiddelde hartslag gezakt naar 128 slagen. Yes, ik ben de eerste Nederlandse DIABLE du MONT VENTOUX!
Stempelen, tijden noteren, felicitaties, jasje aan want het werd al fris, helm op en naar beneden. Het werd al aardig donker, Pierre had fluorescerende strepen op zijn kleding, ik had een fel geel jack aan. In de afdaling kwamen we nog diverse renners tegen, gewapend met mijnwerkerslampjes op hun helm, verlichting op het stuur etc. Die gingen voor 9 of 10 keer, het weer was perfect voor die gasten. Mij niet gezien, eerst lekker douchen, wat eten en daarna direct naar onze stamkroeg brasserie Relais du Ventoux. Het bier smaakte best, de eerste drie had ik zo op, trouwens die laatste zes ook wel! Nederland had zich net geplaatst met strafschoppen tegen Zweden, dat hebben we dus even gevierd. Ondertussen diverse mensen gebeld en ge-sms't, waaronder Lex, die zich op dat moment in de Jura bevond, op weg naar zijn Ventoux… (Cinglé)
De volgende ochtend hadden we een ronde rond de Ventoux op het programma staan; in Brantes hebben we veel langer dan normaal op het terras gehangen.
Zo, nu richting le Bourg d'Oisans; de Marmotte was het volgende doel.
Wanneer ik me in ga schrijven voor Cannibale du Mont Ventoux weet ik nog niet, maar ik voel dat onze Belgische wielerviend Dominic Rosé niet lang meer alleen deze titel zal dragen. Wie durft?… Of moet ik het doen?
In totaal 52 keer
De door mij aangehouden volgorde van beklimmingen is puur praktisch geweest in verband met de fietsenwisseling. Je hoeft dan maar één keer te wennen. Inclusief deze vijf keer zit ik nu totaal op 52 beklimmingen, altijd helemaal tot boven, de meeste keren vanuit Bedoin. Nou begint mijn vrouw ook al te piepen over drie keer, helaas heeft ze het óók over de Ventoux, en niet over iets anders!
Trouwens, ik heb altijd meer moeite met de Malaucène-kant dan met de Bedoin-kant, vanwege het onregelmatige verloop.
Bedankt, iedereen die op welke wijze dan ook betrokken geweest is bij deze geslaagde poging! Peter, Bert en Pierre zijn door mij getrakteerd op een voortreffelijk diner bij l'Escapade, in Bedoin.
Mijn volgende serieuze uitdaging: Lake Taupo Challenge Nieuw-Zeeland, 26 november 2004,
175 km. 10.000 deelnemers. Wij bikkels fietsen dat rondje dus twee keer die dag! Vijf keer is te…
Ruud de Bont, 43 jaar, Diable du Mont Ventoux
Reacties: info_at_alfanova.nl
Naschrift: op 3 mei 2011 beklom Ruud op zijn 50ste verjaardag de Ventoux voor de 100ste keer.