Eerst komt de karavaan, dan komen de renners en ten slotte volgt de bezemwagen. Met zijn oude kampeerbus volgt Frenk der Nederlanden voor Het Parool de Tour de France. Vandaag: op de Mont Ventoux.
MAANDAG 15 JULI 2013 Bart, Barry, Carlo, Ruud en Jeroen kwamen uit Brabant en waren helemaal gek van wielrennen. Of ik misschien wist hoe ze de volgende dag op de Mont Ventoux konden komen.
Ik overhandigde het routeboek, dat ze verslonden alsof het de heilige Bijbel zelf was. En daar gingen de jongens, in hun camper, op zoek naar een plekje op de Kale Berg. Een dag te vroeg, maar de mythische moordenaar stond al helemaal vol.
Voor het eerst proefde ik iets van Tourkoorts op de camping, maar de Mont Ventoux is dan ook niet zomaar een berg. Acht keer eerder was een Touretappe geëindigd in dat maanlandschap op 1912 meter hoogte. Een Nederlander had er nog nooit gewonnen, maar de erelijst vermeldde illustere namen als Charly Gaul, Eddy Merckx en Marco Pantani.
Ruim op tijd vertrok ik naar Vaison la Romaine, waar we het parcours op mochten. En óf de berg vol stond. Duizenden en duizenden mensen hadden zich langs de weg verzameld, op klapstoeltjes, met koelboxen, barbecues en parasols. Ik zag volwassen mannen verkleed als leeuwen, struisvogels en ijsberen. Ze bonsden op de ramen en gooiden water over mijn bus.
Door een haag van mensen baande ik me een weg naar boven. Het was Elfstedentocht maal carnaval maal Kampeer- en Caravan-RAI. En daar waren de Brabo's warempel ook.
Joop de bus hield zich kranig te midden van al dat geweld, maar na een kilometer of twintig klimmen begon hij over z'n toeren te raken. Vorig jaar had-ie me tijdens de vakantie zonder problemen naar boven gebracht, maar nu werd ik door een uitzinnige meute fietsers en wielerfans gedwongen stapvoets te rijden. Ik schakelde van de eerste versnelling naar de tweede en weer terug, en zo ging het maar door, kilometer na kilometer.
Op één van de steilste stukken gaf Joop er de brui aan. Onder luid gejuich van het publiek zette ik hem aan de kant. En daar stond ik, midden op het parcours, met een kokende motor. Een agent keek argwanend toe en begon alvast te bellen. Ik bezwoer hem dat het wel in orde zou komen. "Il va marcher," zei ik in mijn beste Frans. "Je suis sur."
'En daar stond ik, midden op het parcours, met een kokende motor'
Ik wachtte tot de motor tot rust was gekomen en nadat ik de koelwatertank had bijgevuld, kon ik verder. Drijfnat van het zweet arriveerde ik een uur later op de top. "Goed gedaan, jochie," zei ik tegen Joop, die piepend en krakend tot stilstand kwam. Ik zocht een mooi plekje langs het parcours en verbaasde me over de mannen die krankzinnig van geluk werden omdat ze uit de reclamekaravaan een zak zoutjes in hun schoot geworpen kregen.
En toen werd het stil. De toeschouwers staarden in opperste devotie naar de bocht waaruit de renners tevoorschijn moesten komen. Daar waren de helikopters al, drie stuks maar liefst. Toen de gele trui in zicht kwam, barstte er een orkaan van geluid los. De Fransen hieven de Marseillaise aan.
Ik was ontroerd. Sommige renners kwamen nauwelijks meer vooruit en zwalkten over de weg. Thomas de Gendt duwde Woutje Poels omhoog. Wie de Mont Ventoux wil beklimmen,moet lijden, en dat zien we nu eenmaal graag.
De rest is geschiedenis. Chris Froome reeg iedereen aan het spit, en nadat de laatste renner was binnengekomen, reden we tussen de wielrenners in een helse afdaling weer naar het dal.
De bus mag dan de oudste wagen van de karavaan zijn, hij had het weer geflikt. Maar de Alpe d'Huez is een ander verhaal. Misschien moet ik maar gaan fietsen. Elfstedentocht maal carnaval maal Kampeer- en Caravan-RAI: wielerfans op de Mont Ventoux.
Frenk der Nederlanden @frenkhendrik
Met toestemming overgenomen uit Het Parool van maandag 15 juli 2013.