UPDATE 18-11-2015:Grandioze toegift 2015
Een overzicht van tien jaar de Mont Ventoux beklimmen op een Hollandse 20 kg-fiets (laatste 3 beklimmingen op een racefiets).
Het was voor het laatst, nam ik mezelf voor in 2013, na een uiterst moeizame beklimming op mijn 68e op mijn 20 kg zware RIH-fiets.
'Probeer het eens met een racefiets', suggereerde webmaster Lex.
Beklimming vanuit Sault 16 juni 2007 door Harry Plompen (62 jaar)
Bij mijn pensionering twee jaar geleden heb ik mezelf beloofd een keer een berg op te fietsen; tegelijkertijd vroeg ik me af: en dan ben je boven, maar hoe kom je er af??
Ik ben nu twee jaar verder. Het staat te gebeuren. Maar eerst wat trainen. De Gulperberg, de Cauberg en de Keutenberg heb ik achter de rug. Op naar Frankrijk, de Provence, de Vaucluse, dé berg. Ook daar eerst wat trainen.
Eerste trainingsrit 11 juni
Van Villes-sur-Auzon door de Gorges de la Nesque (775 m) tot vlak bij Sault en via de Col des Abeilles (996 m) weer terug.
Een soepel stijgend traject van 19 km (naar 775 m) op de heenweg en een fellere klim van 8 km (naar 996 m) op de terugweg, maar die is toch nog geen 4% gemiddeld, volgens het boek De kale berg. Dat valt tegen. Tja, de Mont Ventoux is toch nog bijna 1000 m hoger… Hij ligt er overigens fraai bij vandaag.
Het dalen is het meest enerverend; leuk is anders.
Prachtige natuur, buizerd (of toch arend..??).
Imposante rotspartijen naarmate de rit door de Gorges vordert.
Bij Sault veel lavendelvelden, het prille blauw gemengd met uitbundig bloeiende klaprozen.
Tweede trainingsrit 13 juni
Ik test tijdens mijn tweede trainingsrit de eerste 9 km van de Mont Ventoux vanaf Malaucène; ik ga in een uurtje tot 900 m. Het is zwaar maar te doen. Het afdalen begint wat te wennen maar blijft een negatieve temptatie. Om die reden valt de keus voor de echte beklimming op de weliswaar langere maar deels minder steile klim vanuit Sault. Misschien overmorgen…
Maar 'overmorgen' blijkt het weer te zijn omgeslagen, te onbetrouwbaar om de Mont Ventoux op te gaan, vertelt mijn gîte-huisbaas.
De grote dag 16 juni
Gaat het vandaag lukken om met mijn hybride de Mont Ventoux op te fietsen?
Nog een beetje fris als er een wolk voor de zon schuift.
Dymphie zwaait me uit vanaf de parkeerplaats en zij verkent Sault, bekijkt in het park jeu de boules en ziet vanaf het terras van de bar La Promenade wisselend licht en schaduw over de top strijken.
Twee bananen mee, brood, een bidon water en een bidon met half sinaasappelsap/half water, snufje zout.
De tocht begint met een afdaling van 1 km(!). Daarna varieert het stijgingspercentage, soms inspannend maar de eerste 20 km steeds goed te doen.
Van landelijk (lavendelvelden) gaat het landschap over in bos. Mooi uitzicht op sommige plekken.
Ik passeer een enkeling, mij passeren er nogal wat.
Twee keer een bananen- en drinkpauze in de eerste 20 km.
Even een glimp van l’Observatoire en het maanlandschap, maar na de volgende bocht is dat weer weg. Kilometers later duiken die beide in schrikwekkende nabijheid plotseling weer op na de laatste bocht voor Chalet Reynard.
Een groter aantal fietsers – allemaal op racefiets, niemand op een fiets als de mijne – voegt zich vanuit Bedoin bij die uit Sault.
Ik ben dan 1.45 uur bezig.
Nu dan de laatste en zwaarste 6 km: het bos is weg, tussen de stenen wat armetierig groen maar ook dat maakt plaats voor alleen maar stenen.
Een zwalkende fietser voor mij stopt, later haalt hij me weer in, zwalkend, en stopt weer. Ik haal er zelf nog een paar in maar word ook veelvuldig ingehaald.
De eerste 20 km zei je nog bonjour tegen elkaar bij het passeren, daar heb je nu geen adem meer voor.
Toch lukt het tot mijn verbazing om hier en daar niet op het allerkleinste kransje te rijden.
Nog even de voet aan de grond voor een laatste slok, 1 bidon leeg nu.
Bocht na bocht na bocht richting top. Ik weet van het boek dat het voorlopig niet ophoudt.
En dan ben ik er ineens. Ik ben gelukkig en ontroerd, voel geen vermoeidheid. Ruim binnen het uur, die laatste 6 km, en 2,5 uur in totaal. Gemiddeld 10 km per uur over de totale afstand, 7 km tijdens het laatste stuk.
Het is mooi weer en niet koud op de top. Het is er nogal druk.
Ik laat me fotograferen door iemand.
Ik loop wat rond, sms naar Dymphie dat ik boven ben, eet wat brood, maak wat landschapsfoto’s, het is wat nevelig in de verte.
Windjack aan voor de afdaling en daar suis ik naar beneden. Een enkeling fluit er bij en ik forceer me tot niet te veel en niet te krampachtig remmen.
Nog een foto van het monument voor Tommy Simpson en verder naar beneden. Gelukkig is de afdaling vanaf Chalet Reynard tot Sault heel goed te doen, snelheid komt daar niet boven de 50 km en regelmatig kun je zelfs meetrappen. Wel vaak oppassen voor losliggend grind, restanten van wegreparaties.
Al met al toch een uurtje bezig met als sluitstuk uiteraard een klim van 1 km naar Sault. Dat is nu een fluitje van een cent.
Gelukkig is mijn sms aangekomen en staat Dymphie klaar bij het vertrekpunt.
Lekkere salade gegeten en een beetje uitgezakt op het terras van bar La Promenade.
Onvoorstelbaar als je van daaruit naar de top kijkt dat ik daar geweest ben… Dat gevoel keert nog vaak terug in de komende dagen.
24 september 2008
Een jaar later...
Gaandeweg ging het aan me knagen. Ja, ik heb de Mont Ventoux bedwongen maar wel vanaf Sault, de gemakkelijkste kant, al waren de laatste 6 km loodzwaar.
Zou ik het ook gehaald hebben vanaf Bedoin? Zou ik niet toch eens proberen of ik een steilere afdaling aandurf? En een steilere klim aan kan?
Ik hak de knoop door en op 1 juli 2008 is het zover. Vrij vroeg op de fiets, half acht, om de hitte voor te zijn. De eerste 5 km gaan uiteraard vlot, ook al is het taai vals plat.
Na het slaperige Ste. Colombe volgt de fameuze bocht door. Ste Estève. Ik denk al gauw dat ik me vergist heb, mezelf overschat heb, dit haal ik nooit. Ik keer om bij die boom, nee bij de volgende. Dat denkend trap ik door, als ik deze 100 meter gedaan heb, kan ik de volgende misschien ook aan. En dat blijft rondzingen in mijn hoofd.
Ik moet drinken, maar hoe kom ik dan weer op gang? Die bocht daar, die lijkt me iets minder steil. Oh nee, toch niet. Maar een eindje verderop wel. Even een voet aan de grond en een paar slokken van mijn eigen sportdrank: half-om-half sinaasappelsap en water met een snufje zout. Dat doe ik bij het lopen van een marathon ook. Ik zal op het stuk door het bos nog een paar keer dat voetje aan de grond zetten.
Als ik Chalet Reynard nader lijkt het wel of ik daal, zo voelt het verschil aan tussen 10% en 7% klimmen. Vanaf dat punt ken ik de route van vorig jaar. Maar het is zwaarder dan vorig jaar, na de loodzware passage door het bos. Ik moet vaker dan vorig jaar een voetje aan de grond. Maar ik weet nu dat ik het ga halen. En dat gebeurt ook!
Euforisch draai ik zwaar hijgend de laatste bocht in. Ik ben er. Ik heb er 3 uur over gedaan. Gemiddeld 7 km per uur, vorig jaar 10 km.
Op de top ontmoet ik een paar Engelsen die een foto maken. Helaas is die mislukt. Een van hen is 75 jaar en die heeft de Ventoux ook bedwongen!
Ik bel Dymphie en kan van ontroering geen woord uitbrengen.
De afdaling gaat tot mijn stijgende verbazing prima, veel bochten zijn overzichtelijk, soms durf ik 60 km per uur aan! In een half uur ben ik weer beneden.
1 juni 2010
Trilogie voltooid op mijn 65e
Dan heb je hem met je hybride van 20 kilo in 2007 bedwongen vanuit Sault, vervolgens in 2008 vanuit Bedoin en dan vraagt Alex, de webmaster van deze mooie site, droogjes: ‘En wanneer Malaucène?’
Dit jaar gaan we op vakantie naar Italië, dan zou ik via Frankrijk in plaats van Zwitserland kunnen gaan, fluistert een opkomende gedachte mij in. Dymphie vindt het maar niks, maar ach, toe maar... Mijn training bestaat deze keer uit vier componenten. Kilometers maken in Noord-Holland, met duinklimmetjes bij Egmond, steeds drie keer herhaald. Een paar steile hellingen rond Michelau en Bourscheid in Luxemburg. En rond de Mt Ventoux weer die prachtige rit Le Barroux – La Roque Alric – Lafare – Suzette – Malaucène.
Wat ligt La Roque Alric toch schitterend tegen een ijl in het landschap staande rots, alsof die is losgeraakt van de Dentelles de Montmirail, iets verderop. En tenslotte een qua hellingen wat milder trainingsrondje vanuit Malaucène door de Vallée du Toulourenc naar Veaux, Mollans-sur-Ouvèze en Entrechaux.
Er waait deze dagen een harde 'tramontana' , volgens de eigenares van onze gîte. Dinsdag 1 juni lijkt de wind wat minder, de knoop doorgehakt, ik ga op pad. Om 9.15 uur ben ik bij het startpunt in Malaucène. Naar de top is het 21 km.
Het begint vrij kalm. Na een paar km flink aan de slag, niet meteen het allerkleinste verzet maar dat laat niet lang op zich wachten. Als ik op 900 m zit beginnen mijn kuiten op te spelen, kort daarna ook mijn liezen. Zo’n pijn heb ik niet eerder gevoeld. Ik wil niets forceren en ga een paar minuten wat oefeningen doen om te ontspannen. Het helpt, de pijn zakt af. Intussen waait het wat harder maar het voordeel van de vele bochten is dat je er niet voortdurend last van hebt.
Zeer zware stukken wisselen de gewoon zware af. Cijfers malen door mijn hoofd: als ik 10 km heb gedaan, zit ik bijna op de helft. Maar dat is niet de helft van de klim van 1912 m, want Malaucène ligt op 330 m, dus moet je .... nou ja, ik kom er niet precies uit maar inmiddels ben ik wel een paar bochten verder.
Vlak voor en op de Mont Serein gaat het snel, maar 3%. Mooi om de spieren al rijdend los te schudden.
Links ontvouwt zich een prachtig vergezicht op de besneeuwde toppen van het Mont Blanc massief. Ook op mijn berg ligt vanaf een paar km onder de top hier en daar nog sneeuw!
Gelukkig vertoont het maanlandschap – anders dan vanaf Bedoin – zich pas 2 km onder de top. Na nog wat laatste oefeningen volgt de zware slotklim. De witte toren heb ik kort daarvoor zien opdoemen, gevolgd door een witte bol die helaas bij het passeren niet op hetzelfde niveau blijkt te liggen. Nog een paar bochten tegen een straffe, gierende en fluitende koude wind in. Aan het eind van een bocht zie ik geparkeerde auto’s staan. Als ik daar ben, blijk ik er toch nog niet te zijn, nog 100 pittige meters, en dan ben ik er echt, na 3 uur klimmen. Net zolang als vanuit Bedoin.
Naar Dymphie gebeld, zij en ik gelukkig.
Een Fransman zet mij op de foto, later ook nog een Duitser, andere Fransen bestuderen met verbazing mijn fiets, tillen hem even omhoog en beweren dat er vast een motortje in verborgen zit. (Grapje, het was daags na het gerucht dat Cancellara in Parijs-Roubaix met een motortje zou hebben gereden).
De afdaling is verschrikkelijk koud, ondanks fleecevest en windjack. Ik bibber zo dat ik bang ben de controle te verliezen, even gestopt, een foto van de sneeuw gemaakt en snel weer verder. Het blijft koud tot beneden maar de afdaling verloopt verder prima, ook als ik even 65 km per uur haal. In ruim een half uur ben ik beneden.
De trilogie Sault-Bedoin-Malaucène heb ik volbracht!
De drie in één vakantie - 2012
Na 2007 (Sault), 2008 (Bedoin) en 2010 (Malaucène) begint het weer op te spelen. Het Mont Ventoux-virus raak je kennelijk ook op je 67e nog niet kwijt. Mijn vrouw Dymphie leert er mee leven dat ik die berg weer op wil. In mijn achterhoofd koester ik de stille wens deze vakantie alle drie de beklimmingen te doen. Maar het moet wel kunnen, trainen en klimmen afwisselen met uitstapjes met Dymphie.
Trainen in eigen land blijft behelpen; 5 weken beklim ik wekelijks een paar steile duinen bij Egmond en daarna nog eens 5 weken het Kopje van Bloemendaal, per training een keer of tien omhoog.
Op 1 juni gaat de fiets op de auto en zijn we op weg.
Vanuit Carpentras richting Bedoin is het toch even schrikken: de Mont Ventoux rijst wel heel imposant en kolossaal op uit het landschap...
Kan ik het nog wel? Ik ben weer een paar jaar ouder sinds de laatste keer. En ik moet het doen met mijn hybride van ruim 20 kilo, dat is andere koek dan een racefiets van nog geen 7 kg waarmee bijvoorbeeld Gesink de Tour rijdt. Maar goed, ik zal wel zien.
We treffen in Bedoin een prachtig tussen de wijngaarden gelegen gîte, met uitzicht op De Kale Berg, de ontzagwekkende berg, mijn berg.
Ik train drie dagen, gebruikmakend van de routetips uit De Kale Berg, het boek dat ook dit jaar mijn gids is. De als 'after-dinner"-rondje betitelde Tour de Lac du Paty kun je ook in omgekeerde richting doen, schrijven de auteurs. Bedenk dan wel dat de haarspeldbochtenklim uit de richting van Caromb vlak bij het Lac heel zwaar is.
7-6-2012 - Klim vanuit Bedoin
Zus Dieneke en vriendin Ank komen Dymphie ophalen en doen mij uitgeleide. Zij gaan met de auto naar de top.
Hoewel goed te doen is het ook naar Ste-Colombe af en toe een flinke inspanning. Maar niet te vergelijken met de lange, haast barre tocht door het bos na St-Estève. Ik volg de voortgang vooral via mijn routeknipsel uit De Kale Berg, het boek dat ook dit jaar mijn gids is, de km-paaltjes gaan namelijk deels schuil achter de vangrail. Ik red het met drie drinkpauzes (voet aan de grond) tot Châlet Reynard.
Voordien passeert mijn supportersteam een paar keer met de auto, ik tref ze bij een picknickplek (niet gestopt) en bij Châlet Reynard, wel even gestopt, jack aan gedaan want de wind is al fris.
De laatste 6 km gaan op de laatste na vlotter dan vorige keer, nog wel twee drinkpauzes, meer om de spanning even van de benen te halen dan dat ik dorst voel.
Onderweg weer de gebruikelijke fotografen die foto's via internet aan je willen slijten. Ik pak hun kaartjes aan.
De Col des Tempêtes verdient zijn naam vandaag volledig: een harde zijwind blaast me bijna de berm in. Op de terugweg later zie ik er een aantal lopen die kennelijk niet tegen de wind konden opboksen.
Op de top verzet de stormachtige wind zich bijna met succes tegen mijn poging de finish fietsend te halen. Ik heb er 10 minuten minder over gedaan dan in 2008, 2 uur en 50 min. in plaats van 3.00 uur, een gemiddelde van 7,6 km p/u.
Mijn beloning boven: veldbloemetjes van Dymphie, een balpen Mt Ventoux als souvenir, kussen van alle drie, hartverwarmend.
Het valt niet mee op de top een stormvrij plekje te vinden om uit te blazen en wat te eten.
Dymphie heeft met angst en beven de reis naar boven en het verblijf op de top beleefd. Dat steeds maar weer passeren, mij zien zwoegen op mijn fiets, riep vooral emoties op: 'Hoe lang duurt het nog voor hij er van af is', dacht ze steeds. Maar ik zag er goed uit, vergeleken bij anderen, vond ze.
Mijn afdaling wordt in het kale deel fors afgeremd door de harde wind, de teller komt daar nauwelijks boven de 40. In het bos gaat hij richting 70. Ik arriveer na nauwelijks een half uur bij onze gîte, een paar minuten later volgt het supportersteam.
10-6-2012 - Klim vanuit Malaucène
Vandaag ontstaat er ruimte om nog eens te gaan. Nu is de beklimming vanuit Malaucène aan de beurt (retour via Bedoin 56 km). Ik moet denken aan tweelingbroer Lex die tijdens een wandeling op de Ventoux in het weekend een paar jaar geleden nogal wat last van motorrijders had. Maar ja, het komt mij vandaag goed uit om het weer te wagen. Zeker gelet op mijn niet geventileerde doel deze vakantie de drie beklimmingen te doen.
Hinderlijk is het wel, vooral het lawaai en het machogedrag van sommige motorrijders die rakelings langs je heen gaan.
Ook deze klim gaat sneller dan de vorige keer (2010), in 2.40 in plaats van 3.00 uur, dat is 7,8 km p/u gemiddeld. Al vroeg na de start oogt het wat grimmiger dan vanuit Bedoin, later meer bos, fraaie uitzichten. De verdeling van de stijgingspercentages is anders; deze heeft in het bos iets meer variatie, wat de benen lucht geeft na passages die steiler zijn dan op de Bedoin-route. Al met al vind ik ze beide even zwaar.
Op de top deze keer geen bescherming tegen de wind nodig; de afdaling is kouder dan donderdag en door meer windweerstand ook minder snel (max 65 km).
14-6-2012 - Klim vanuit Sault
Er valt een geplande rondrit door de Provence uit; we hebben inmiddels genoeg gezien, vinden Dymphie en ik. Een uitgelezen kans om het beoogde maar stil gehouden doel van de drie beklimmingen te halen. Fiets op de auto en samen naar Sault.
Tot Châlet Reynard een rustige klim, af en toe zo vlak dat ik bijna 20 km p/u haal. De 6 km daarna blijven een zware opgave. Bij de Col des Tempêtes deze keer geen stormwind, wel een schrikaanjagende straaljager. Het lukt nu om de hele klim (26 km) in één keer te halen, zonder voet aan de grond, dit omdat ik de eerste 20 km al fietsend heb kunnen drinken. Na 2.05 uur ben ik boven, in 2007 was het 2.30 uur, een gemiddelde van 12,5 km p/u. De afdaling gaat in drie kwartier, max 50 km p/u.
Dymphie heeft intussen Sault bekeken, een souvenir gekocht, gepuzzeld en gelezen in het parkje en wat gedronken op het terras van Bar La Promenade. Daar lunchen we samen, een salade Ventoux en een salade Nesque. Buizerds cirkelen hoog in de lucht, gierzwaluwen jagen om ons heen.
Ik voel me uitermate gelukkig als ik samen met Dymphie en genietend van die geweldig mooie Gorges de la Nesque terug naar Bedoin rijd.
PS: Het past eigenlijk niet in het bestek van deze weergave van mijn ervaringen met de Mont Ventoux, maar op de terugweg naar Nederland heb ik voor het eerst een Alp beklommen, de even legendarische Alpe d'Huez. Daar had ik 2 uur voor nodig, een gemiddelde van 7 km p/u. Het was heet, flink afzien, halverwege bijna gestopt maar toch gehaald.
12-6-2013 - Finale
Voor de zevende keer in zes jaar verleidt hij me, de Mont Ventoux. Het supporterstrio van vorig jaar staat klaar: Dymphie, Dieneke en Ank (mijn vrouw, mijn zus en haar partner), het D-D-A-trio.
Na de start in Bedoin – om 9.50 uur - richt ik me op de eerste beproeving, het steile stuk in en na de bocht bij St. Estève. Een voor- en achteruit manoeuvrerende vrachtwagen dwingt me te stoppen voor ik de bocht in kan draaien. Mentaal valt dat niet lekker. Wel het bordje 'Hup Harry' dat het D-D-A-trio me een eind verderop voorhoudt.
Ik heb vaker dan ik gewend ben de behoefte om even te stoppen. De stopfrequentie neemt toe tijdens de laatste 6 km in het kale deel vanaf Châlet Reynard, terwijl dat stuk toch iets minder steil is dan het eindeloos lange traject door het bos. Het D-D-A trio moedigt me op diverse plekken aan, van andere toeschouwers onderweg hoor ik geregeld "Bon courage". Een mij passerende wielrenner kijkt misprijzend naar mijn Hollandse 20 kg-fiets en mompelt iets dat ik niet kan verstaan maar dat op 'gekkenwerk' lijkt. Een Fransman verderop heeft het over een 'véritable performance', dat klinkt beter.
Op 500 m onder de top heb ik een harde botsing met de man met de hamer, ik zie het niet meer zitten, zet mijn fiets in omgekeerde richting tegen een km-paaltje en wil naar de top lopen. Ik kan niet meteen afdalen omdat D-D-A me boven opwachten.
Nog vijfhonderd meter van de 22 km, ik heb er dus al 21,5 gedaan.....
Ik raap mezelf alsnog bij elkaar want zo kan mijn leven met de Mont Ventoux niet de geschiedenis in gaan. Het lukt me weer op gang te komen! De laatste bocht naar het Observatoire neem ik heel ruim, aan de linkerkant is die het minst steil, een auto moet maar even wachten. Onder applaus van D-D-A en veel andere toeschouwers passeer ik de top!
In de afdaling moet ik bij 65 km p/u afremmen voor een auto die ik vanwege tegenliggers niet kan passeren, later nog een keer. Het plezier dat ik nu aan het dalen beleef staat wel in een heel groot contrast met mijn angst voor de eerste keer in 2007.
Bij Ste-Colombe doe ik mijn windjack uit, er schiet een kramp in mijn kuit en als ik die er zowat uitgestrekt heb, volgt de andere kuit. Na een paar minuten gaat het weer. Na een dik halfuur ben ik weer bij onze gîte. Vlak daarna volgt het trio D-D-A.
Met pijn in het hart zie ik bij vertrek uit Bedoin de contouren vervagen van 'mijn berg', onverbrekelijk deel geworden van mijn persoonlijke geschiedenis.
12 juni 2013
Harry Plompen (inmiddels 68 jaar)
Grandioze toegift 2015
Het was voor het laatst, nam ik mezelf voor in 2013, na een uiterst moeizame beklimming op mijn 68e op mijn 20 kg zware RIH-fiets.
Probeer het eens met een racefiets, suggereerde webmaster Lex.
In 2014 begon het weer te kriebelen, ik kocht een racefiets en ging onder begeleiding trainen. Gaandeweg ontstonden rugklachten die verdwenen na vervanging van het wielrennersstuur door een recht stuur. Een nieuwe terugslag was een longontsteking voorjaar 2015.
Eind augustus kon ik alsnog naar Bedoin.
Op zondag een trainingsrit van een kleine 70 km: Flassan, Ville-sur-Auzon, Gorges de la Nesque (eindeloos mooi), Sault, Col des Abeilles (996 m). In het begin onverwacht zware benen. De Col des Abeilles bleek heel pittig, niet echt bemoedigend. De afdaling was door de harde zijwind lastig. Zou het lukken, de Ventoux zelf??
Op maandag een korte training richting Col de la Madeleine. Onweer belemmerde een langere training.
Op dinsdag waagde ik DE klim. Zonovergoten maar nog wel fris. Rond 10 uur gestart en in 2.15 boven. Zwaar maar niet uitgeput zoals vorige keer. Racefiets en professionele trainingsbegeleiding hebben kennelijk geholpen. Echt een moment van geluk.
Bij de afdaling voelde ik een lichte zwabbering van de fiets boven de 50 km p/u. Fietsenmaker in Bedoin zag geen mechanische problemen, kon met de afstand stuur/zadel en mijn houding op de fiets te maken hebben. Knieën zo dicht mogelijk bij elkaar houden, adviseerde hij.
Ik had mijn doel bereikt, de komende dagen zou ik bewegwijzerde routes om de Ventoux heen gaan fietsen, was (nog) het plan.
In de loop van de volgende dag liet ik dat plan varen en koos voor de klim vanuit Malaucène. Op donderdag, dus wel even kalm aan tussen beide klimdagen.
Op de fiets heen en terug naar en van Malaucène (77 km). Deze klim vond ik zwaarder, ook al is hij gemiddeld iets minder steil (7,5 % tegen Bedoin 7,7%). Meteen al bij de start is het hard werken. Voordeel is dat er meer passages zijn waar je wat kunt bijkomen. Ik deed er 2.19 over.
’s Avonds dacht ik: Ik kan op 10 beklimmingen komen sinds 2006 als ik ook Sault doe. Dat zou een mooie aanleiding kunnen zijn om op het hoogtepunt te stoppen, op mijn 70-ste....
Dus op vrijdag naar Sault, met de auto, want te ver om dat ook nog op de fiets te doen.
Het eerste stuk bleek iets pittiger dan ik me herinnerde, daarna volgen passages die bijna vlak liggen. Ik doe er 2.05 over. Als ik mijn Ventoux-historie thuis raadpleeg, blijkt dat dezelfde tijd te zijn als in 2012. Verrassend, niet sneller dus terwijl ik toen zelfs niet heb gepauzeerd! Ik zoek de verklaring maar in de snelle opeenvolging van de drie beklimmingen en mijn leeftijd. Dat gaat toch wegen, lijkt het.
Thuisgekomen besluit ik dat onderstaande ‘palmares’ een definitief afscheid van de Mt Ventoux rechtvaardigt.
Overzicht 10 beklimmingen Mont Ventoux en 1 Alpe d’Huez 2006 – 2015 (exclusief drinkpauzes van in totaal ca 10 min):
- 2006 Sault 26 km 2.30 uur Gem. 10 km p/u Afdalingen 30 à 45 min, gem. ca 40 km p/u; max. snelheid tussen 50 en 70 km p/u.
- 2008 Bedoin 21 km 2.45 uur Gem. 7,4 km p/u
- 2010 Malaucène 21 km 2.45 uur Gem. 7,4 km p/u
- 2012 Bedoin 21 km 2.50 uur Gem. 7,2 km p/u
- 2012 Malaucène 21 km 2.40 uur Gem. 7,3 km p/u
- 2012 Sault 26 km 2.05 uur Gem. 13 km p/u
- 2012 Alpe d’Huez 14 km 2.00 uur Gem. 7 km p/u
- 2013 Bedoin 21 km 3.00 uur Gem. 7 km p/u
- 2015 Bedoin 21 km 2.15 uur Gem. 9,4 km p/u
- 2015 Malaucène 21 km 2.19 uur Gem. 9 km p/u
- 2015 Sault 26 km 2.05 uur Gem. 13 km p/u
6 oktober 2015
Harry Plompen (inmiddels 70 jaar)