Vandaag is het zover. Enkele maanden heb ik getraind om deze uitdaging te volbrengen. Het idee is geboren uit een sponsoractie voor het goede doel van Stichting Tegenkracht; De Mont Ventoux meerdere malen beklimmen.
Uitdaging, twee solo beklimmingen. Hiertoe een intensieve planning gedaan. Hierbij ondersteund door de site van de Kale Berg, Lex Reurings, Aart Keijer en door Wim de Haan. Twee maal de Mont Ventoux op lijkt haalbare kaart.
Erg belangrijk voor de volgende malloot die een dergelijke uitdaging aan wil gaan is om in acht te nemen dat dit soort beklimmingen serious business zijn. Op de vraag waarom is het antwoord: het is een echte berg en de omstandigheden zijn onvoorspelbaar. En zoals Lucien Valkenborgh al heeft opgemerkt, in dit terrein komt de wegenwacht niet even bij je om te helpen. Er is niet overal een telefoonnetwerk beschikbaar. Met je mobieltje om hulp vragen kun je niet overal. Neem altijd je veiligheid in acht. Bij twijfel aan je eigen kunnen kun je dit dus beter niet doen.
Het advies is geweest om te starten uit Bédoin via Joseph Eymard en dan in de middag de beklimming vanuit Malaucène via Thérèse Roumanille te doen. Dit advies is gebaseerd op de blootstelling aan de elementen gedurende de beklimmingen. Het beste advies om op te volgen.
Mijn planning van de route is tegen het advies in en gebaseerd op een logistiek.
De keuze is te starten vanuit Malaucène, de klim van Thérèse Roumanille te volbrengen. Vervolgens af te dalen en van daaruit de klim van Joseph Eymard aan te gaan vanuit Bédoin. Met het advies van Wim de Haan over de blootstelling aan zon, hitte en wind in gedachten toch uit Malaucène vertrokken. Om hitte en zon te kunne trotseren gezorgd voor voldoende water in de camelback en sportvoeding in de bidons.
Aangezien mijn volgauto niet overal kan komen besloten om vanaf onze camping in Vaison la Romaine te starten op de fiets. Mijn vrouw bestuurt de volgauto en heeft ook nog een zorgrol voor mijn 3-jarige dochter. Afgesproken is om elk half en heel uur contact te hebben over de voortgang. Ons rendez-vous punt is bij Chalet de Sports op het skistation van Mont Serein.
Beklimming 1 – Klimmen is leuk, afzien is lekker
Om 6:15 vertrek ik vanuit Vaison la Romaine naar Malaucène. Een lekker opwarmertje. Een heerlijke weg, rollend en bollend en werkend naar een steady-state.
Om 6:45 haal ik een stempeltje halen bij de boulanger. Als extra ochtendbrandstof nog een pain au chocolat en een croissant mee.
Start van de rit om 6:48.
Het begint lekker rustig vanaf Avenue de Maquis via de D153 naar Chapelle St.-Roch (C)
Vandaaruit vervolgt de weg over een grindpad. Deze vind je in een bocht naar links over asfalt. Eigenlijk dus rechts aanhouden in de bocht.
Vervolg het pad langs de huizen en dan rechts aanhouden het geitenpaadje op. Over de keitjes rijd je een bosje in en dan moet je even opletten. Er is een kleine splitsing waar je rechtsaf zult moeten.
Hiervandaan gaat het omhoog via een rotspaadje. Aan fietsen kom je hier niet echt toe. Even zul je je afvragen of je wel de goede keuze hebt gemaakt in de route. Laat je geruststellen door de rood-witte markeringen van de Grand Randonée die je op de bomen en rotsen treft. Als je kiest voor fietsen, wees je ervan bewust dat je hier echt begint en dat het een aanslag is op je materiaal en je energie-reserves. Heldhaftig om zo te beginnen, maar wijzer om misschien dat stuk te lopen. Dit is wat je treft.
De route vervolgt hotseknotsend omhoog, daar waar ik meen te kunnen fietsen rijd ik door naar het Bois de Margauds en dan arriveer ik bij Le Planet. Een check op de GPS-kaart en de gedownloade GPS-tracks vertelt me dat ik goed op de geplande route zit.
De weg verandert qua structuur. In plaats van singletrack rijd je nu op een dual track. De term “Schotterweg” van Wim de Haan spookt door mijn hoofd. “Schotter” is een terechte term. Je dendert en rammelt er overheen. De polstering van de koersbroek wordt flink op de proef gesteld.
Doorrijdend naar de Tête de la Blache via de Pas du Cade en de Col du Comte. Het is klimmen over de losse keitjes van het pad. Je wordt getrakteerd op mooie uitzichten en vergezichten. Eenmaal op de Col du Comte kijk je langs de bergwand en zie je de afgelegde weg mooi liggen.
Lekker rijden en klimmen nu. De route daalt nergens. Klimmen tegen 5 á 8 % is gewoon werken. Soms wens ik dat het even vlak zou kunnen zijn. Opletten geblazen dus, niet boven het omslagpunt gaan rijden. Rustig blijven doorrijden op een vast toerental. Verzuring van de beenspieren bereiken is niet de bedoeling. Ik heb een missie. Tweemaal deze berg op. Een record hoeft niet gebroken te worden.
Ik zit lekker in een steady-state en wil dat graag behouden. Regelmatig bijdrinken, daar waar ik even één hand van het stuur kan halen. Tip, als je écht vermoeid bent. Stop dan en stap af en vermijd het risico door coördinatieverlies ten val te komen. Een aanrader is het dragen van een Camelback. Je kunt dan steeds slokjes nemen. Waarom toch deze tips? Je lichaam wordt warm van de inspanning en de zon als die er is, waardoor je veel vocht met transpireren verliest. De wind versterkt dit effect. Om niet snel te verzuren is het van belang dat je electrolytenconcentratie op peil wordt gehouden door water. Isotone suiker/zout-preparaten helpen deze te herstellen.
Rijdend via de Pas du Cade mooie vergezichten en dan het bos in bij de Col du Comte.
Flink klimmen geblazen aan het eindje. Het plateau in het bos met de waterreservoirs biedt even verkoeling.
Bij Combe de Pré long op de lau Roundèu moet je plotseling linksaf de brede dualtrack verlaten en versmalt het pad. Je klimt je door een lange bomenlaan tussen de naaldbomen door. Hellingpercentage zo rond de 10%. Nergens kan de druk van de benen af. Even lekker afzien, zonder op te hoeven geven. In een heerlijke roes rijd ik door omhoog.
Even versmalt het pad wat en begint het op een singletrack te lijken. Lekker diep het bos in. De vreugde is van korte duur. Na een pittig klimmetje met wat stuurmanskunst om gevallen bomen heen verenigt deze track zich weer met de de bredere weg.
Deze weg stijgt al klimmend naar de Combe du Mont Serein. Je wordt getrakteerd op de klassieke mooie doorkijk van l'Observatoire op de top van de Mont Ventoux. Het is schitterend. Het maanlandschap komt in zicht. Nu zou ik graag weer flink aan willen zetten in het opborrelend enthousiasme. Mijn verstand fluit me terug.
Bij Chalet des Sports arriveer ik alsof het geregisseerd is, tegelijkertijd met de volgwagen bemand door mijn echtgenote en dochter. Het eerste punt in de route waar ondersteuning gegeven kan worden. Ik ontvang er een knuffel en aanmoedigingen, een paar gelletjes en repen voor de rest van de route. Vanaf hier is het klimmen over asfalt. De route laat geen andere keuze. Heerlijk nu dus de luxe van een volgwagen. Ik laat ze wel ver voor me uit rijden.
Op het asfalt heb je minder inspiratie door de omgeving. Lastiger nog is dat de lichte racers je soms nog inhalen. Dan moet je toch mentaal verteren. De dikke banden zijn in mijn nadeel natuurlijk, dat houd ik mezelf maar voor. En ik heb al een flink aantal kilometers klimmen in het terrein in de benen. Wel prettig om op een aantal plaatsen je eigen supporters tegen te komen. Het asfalt rolt zalig onder me door de eerste kilometers. Maar ik moet toegeven dat de koolhydraten wel wat op beginnen te raken. Nu goed de krachten blijven verdelen. Ik wil naar boven.
De laatste paar bochten door het maanlandschap met een indrukwekkende afgrond aan mijn rechterzijde scheert er een helikopter over me heen. Wat een machtig schouwspel.
Voorbij de radarkoepel moet je stug doorgaan. Blik op oneindig, de top is nabij. Naarmate je verder bovenkomt wordt het drukker met dagjesmensen en auto's langs de kant. Nog even wat kracht zetten en we zijn boven. Triomfantelijk gaat het vingertje omhoog. Daarna gauw in de kiosk een stempeltje halen.
Afdaling
Nu afdalen naar Bédoin. De windstopper aan tegen de koude bij het afdaling. Het gaat hard. Zo boven de 70 km per uur. Mijn vrouw met de volgwagen kan me hier nauwelijks bijbenen. Alle bochten die Aart Keijer heeft getoond op videobeelden herken ik. Ik ben zo blij met mijn stevige Mavic-wielen. De bochten kan ik moeiteloos nemen. Vol adrenaline leg ik de laatste kilometers naar Bédoin af. Wat heerlijk om in het dorp te zijn. Even uitrusten bij de bar van l'Observatoire, daar waar Tom Simpson een cognac of calvados zou hebben gedronken vlak voor zijn dood. De alcoholische versnapering maar even geskipt. Cola en water. Daar kunnen we beter mee uit de voeten. Op de parkeerplaats tegenover het café verzamelen zich de rally wagens voor de Mont Ventoux rally die de volgende morgen van start zal gaan. Er zitten zeer mooie en bijzondere exemplaren bij.
Beklimming 2 – Over klimmen en afzien met een grote N
Om 12:45 besluit ik weer te gaan vertrekken. Voldoende uitgerust. We zijn hier om te klimmen. Daar gaan we dan. Stempeltje halen bij de Syndicat d ́Initiative. Deze blijkt niet open te zijn van 12:30 tot 14:00. Vergeten... Déjeuner. Het belangrijkste moment van de dag gaat in Frankrijk gewoon door. Ook als Nederlandse malloten de Mont Ventoux meerdere malen willen beklimmen. Gelukkig is het mogelijk om bij broodjeszaken, bakkers en fietsenmakers stempels te verzamelen. Ik ontvang om iets voor 13:00 mijn stempeltje van bij de fietsenverhuurder annex fietsenmaker.
Om 13:03 vertrek ik vanuit Bédoin in de richting van inmiddels die ontzaglijke Mont Ventoux om haar via de route Joseph Eymard te bedwingen.
In eerste instantie begint de route rustig, lekker over het asfalt. Een glooiend verloop van de weg. Het is nog absoluut goed te rijden. Ik passeer dan langs de naturistencamping van Domaine Bélézy. Hiervandaan een eindje verderop in de weg verandert het wegdek in los gravel en stenen. Meteen valt al op dat, ondanks dat het terrein nog weinig stijgend karakter heeft dat het rijden op deze ondergrond lastig is.
Het navigeren is eenvoudig op de GPS, er is één route... omhoog, vooruit, bocht voor bocht. Ik kan Wim de Haan alleen maar gelijk geven. Het is ploeteren hier, op deze kant van de berg. Een fors hellingpercentage dat kilometers aanhoudt. Een helling onder de 7% ben ik niet uitgekomen. Bij de steilere stukken tot bijna 20% is het lastig. Zoeken naar een goede overbrengingsverhouding. Je kunt niet te licht schakelen, want dan schiet je achterwiel weg. Je kunt niet te zwaar schakelen, want dat kost te veel kracht en je verzuurt dan snel. Onderweg ontvang ik SMS-en van Wim, Lex en Aart. Dat steunt me enorm. Continu moet je hier zoeken naar het compromis, om de vaart erin te blijven houden. Gezien het weer en de weinige beschutting aan deze kant van de helling is het hier bloedheet en de wind onttrekt enorm veel vocht. Ik vervloek mezelf mezelf meerder malen, omdat ik niet goed naar het advies van Wim heb geluisterd. Verkeerde keus gemaakt voor de volgorde van de beklimmingen? Het had beter gekund, maar nu toch doorzetten, ik ben nu toch onderweg. Goed drinken dan maar. Hier even een rustpuntje gepakt. Proberen de volgploeg te laten weten dat het waarschijnlijk langer gaat duren voor ik op het volgende rendez-vous punt arriveer. Helaas, geen bereik van het netwerk. Hier zijn we nog fris.
Weer op de fiets klimmen. Om mijn weg te vervolgen. Het wegdek is abominabel. Er is afwisseling tussen grote en kleine keien gecombineerd met vastliggende stukken en losliggende stukken, waar je grip moet zoeken. Door het hobbelige karakter van het wegdek lijkt het zadel steeds maar tegen mijn achterwerk aan te rammen. Even staan lukt niet. Dan verlies ik de grip op het wegoppervlak. Met de last die ik ervan heb begint mijn strijd met deze berg. Het houdt niet op, het gestuiter. Met de zon en de wind op kop is het afzien geblazen. Maar moedig zet ik mijn klim voort. Ik maak me zorgen over het feit dat ik geen contact kan maken met mijn vrouw bij het rendez-vous punt. De ETA loopt steeds verder weg, omdat de snelheid niet toeneemt. Steeds even de telefoon checken op bereik met een netwerk. Het lukt maar niet. Nu dus ook mentale strijd. Je staat er alleen voor, strijd tegen de zorg, de eenzaamheid op die grote berg. De strijd om dat gevoel weg te zetten en vooral rustig door te trappen.
Ik spoor mezelf meermalen aan, in gedachten, en zelfs verbaal. Ik verbijt me. Bocht na bocht.
Gelukkig hoef ik op Collet Rouge Haut (F) niet naar links omhoog. Dan zou het een drama worden. Inmiddels beginnen de slijtagesporen zich fysiek af te tekenen. Minder fris dus.
Nog steeds geen bereik met het netwerk. De vertraging loopt nu op met meer dan een half uur. Ik wil toch kunnen vertellen dat het goed met me gaat. Bellen en sms-en lukt hier niet. Ik laat nu het contact maken maar achterwege. Nu maar proberen zo snel mogelijk boven te komen bij het rendez-vous punt. Steeds stoppen, omdat je anders kans loopt van de fiets af te vallen hier, brengt je te veel uit je ritme.
Vanaf Les Grand Pins (G) gaat het weer makkelijker. De weg vlakt af en de resten van wegverharding met asfalt of cement laten zich ineens zien. Als het even lukt rijd ik daar maar even overheen. Een paar tellen geen gestuiter. Bij Les Jas des Pèlerins (I) is er steeds meer glad wegdek waar je overheen kunt. Het lijkt wel een gewone weg. In vergelijk wat ik de afgelopen 18 kilometers heb moeten doorstaan. Wat een zaligheid is, het daalt lichtjes af. Ik word weer sterker in het hoofd. Het tempo kan even lekker omhoog. Met een vaartje van rond de 35 kilometer per uur zoef ik alle bochten door. Ik zou sneller kunnen, maar ik wil ook wel wat van het uitzicht kunnen genieten. Daarnaast, ik ben er nog niet. Dus rijden met de reserve erop.
Eindelijk kom ik dan aan op Plaine des Hermitants (I). Hier staan vrouw en kind op me te wachten om me de laatst kilometers over de weg omhoog te begeleiden. Snel een bidonwissel en weer gauw de fiets op. Hier mag ik klimmen over de weg naar de top van de Mon Ventoux. Je zou bijna zeggen heerlijk toch dat asfalt. Inmiddels toch door de koolhydraten-reserve heen. Ik wil harder dan dat ik nog kan. Ik probeer het tekort op te vangen met gels en mijn isotone-drank in mijn bidons. Het helpt een beetje, maar niet snel genoeg.
Er zijn nog weinig fietsers op de weg. Sommigen passeren mij, anderen zien net als ik behoorlijk af en die kan ik nog passeren. De rally-rijders die ik in Bédoin zag zijn hun testrondjes aan het rijden. Met hoge snelheden passeren de schitterende bolides mij rakelings. Levensgevaarlijk, maar ook wel speciaal. Je bent in select gezelschap de laatste kilometers naar de top aan het afleggen.
Ik passeer nog even het monument van Simpson. Ik werp hem een koekreep en handgebaar toe. De foto is overigens door mijn echtgenote genomen.
De laatste kilometer zijn de koolhydraten echt op. Ik wil nog aanzetten, maar harder lukt het me niet. Fijn dat ik een licht verzet kan rijden nu. Een lage snelheid is dan het compromis. Boven komen, dat is wat ik wil.
Bij de laatste bocht neemt de geest het over. Het lukt me toch nog om er een sprint uit te trekken. Wat een ervaring om even boven jezelf uit te stijgen. Zalig.
Euforie bij tweede keer bereiken van de top van de Mont Ventoux.
Twee vingers triomfantelijk omhoog. Dit hebben we gehaald. Aangekomen om 17:40. Uitblazen. Eten, lol maken met mijn dochter. Jasje aan. Stempeltje halen. Vergeet ik een foto van mijn GPS te maken, dus ja, daar staat dan 18:00, maar ik heb het volbracht. Missie geslaagd.
Ik ben vermoeid, maar nog fris genoeg om de afdaling te doen. Voluit naar beneden naar Malaucène. Vanuit Malaucène nog even naar de camping fietsen om de benen los te fietsen. Om 19:10 bereik ik op eigen kracht de camping in Vaison-la-Romaine.
Totaal afgelegde afstand = 118 kilometers. Overwonnen hoogte: 3184 meter.
Nog een noot voor de hij/zij die deze beklimming ook wil gaan doen.
Bereid je goed voor. Zowel fysiek, organisatorisch als materieel.
Uit mijn ervaring blijkt dat je deze beklimming onder warme en winderige omstandigheden het beste kunt starten vanuit Bédoin, omdat de beschutting aan deze kant van de berg minimaal is. In de ochtend kun je dan redelijk fris bovenkomen.
De tweede beklimming in het warmere deel van de dag kun je dan doen met meer beschutting en schaduw onderweg.
Het aangaan van deze uitdaging met een partner is aan te bevelen. Alleen rijden in de woestenij brengt de nodige risio's met zich mee.
Op naar een drievoudige beklimming? Ik heb er nu al zin in.
Mijn inspanning heb ik geleverd met het doel als lid van een groep om sponsorgeld bij elkaar te brengen voor de Stichting Tegenkracht. Deze stichting maakt het mogelijk voor kankerpatiënten om sportbegeleiding te krijgen gedurende hun strijd tegen deze ziekte.
Met trots en voldoening meld ik jullie graag dat de sponsoractie van de hele groep van de Mont Ventoux Challenge 2011 ruim €7200,- heeft opgebracht.
Mijn speciale dank gaat uit naar mijn begeleiders en inspirators Lex Reurings, Aart Keijer, Wim de Haan, Nicolette en Roos bij het volbrengen van deze tweevoudige beklimming. Jullie zijn in de aanloop naar en gedurende deze dag een grote steun voor me geweest.