Never give up!
We waren er nochtans dichtbij vorig jaar, heel dichtbij; spijtig dat het duister toen roet in het eten kwam strooien, maar de volledige Route des Chamois met fietsverlichting rijden zagen we toen veiligheidshalve niet meer zitten. We zouden in 2006 dus géén Cannibale du Ventoux worden. Maar Marc haalde toen wél zijn Diable en zoals toen ook reeds werd afgesproken zouden we in 2007 een nieuwe poging ondernemen…
In St. Colombe (Bedoin) huurden we al zeer vroeg dit jaar een vakantiewoning; deze locatie was een uitstekend vertrekpunt. Verlof werd geregeld en weeral toonden onze dames zich bereid om ook verlof te nemen en ons tijdens de proef bij te staan met al nodige…

Onze voorbereiding gedurende de winter verliep ook naar gewoonte, vanaf november waren we weer regelmatig in de Ardennen te vinden; de afstanden en de hoogtemeters werden naar april - mei toe langzaam opgevoerd. Samengeteld trainden we afgerond  zo’n 26.000 hoogtemeters over 3500 km. Dit moest voldoende zijn…
In het weekend voor de afreis naar Frankrijk ben ik samen met mijn echtgenote naar de film To walk again van triatleet Marc Herremans gaan kijken. Deze film heeft een diepe indruk op mij nagelaten en het is daarom dat de lijfspreuk van Marc Herremans, "Never give up!" ook de onze zou worden tijdens de komende week… en dat zou zeker nodig worden.

Zaterdag 19.05.07:  Aankomst in Bedoin
Nadat we de omstreeks 14h de auto’s hadden uitgeladen, reden we natuurlijk al eens naar de top van  de Ventoux. Mijn zoon Martijn had zich deze week ook vrij kunnen maken en had ingestemd om de rol van fotograaf te vervullen. Boven stond er nu slechts een beetje wind, het was licht bewolkt, de temperatuur was er zelfs aangenaam. We hebben hier boven onze hoogtemeters nog snel geijkt. Anders dan vorig jaar in mei was nu de weg naar Malaucène wél proper en droog; er lagen nu geen losse stenen op het wegdek richting Mont Serein. Het weerbericht voor de volgende dagen hadden we thuis reeds van het internet afgedrukt, de vooruitzichten leken toen nog niet echt goed. De vorige week was het immers zeer wisselvallig geweest rond de berg. Terug in Bedoin zijn we de fietszaak La Route du Ventoux binnengestapt voor meer info. Hier werd ons bevestigd dat het weer zeker voor de komende twee dagen goed zou zijn, licht bewolkt, géén regen, 25 –30°C… en weinig wind.
Er was weinig  tijd voor nodig, we beslisten snel dat we op maandag onze aanval op de titel van Cannibale zouden doen.

Marc en ik besloten om toch nog heel even de benen te gaan strekken en gelijktijdig met onze mountainbikes vanuit Bedoin al een stukje van de bosroutes Joseph Eymard te gaan verkennen. Het was een beetje opletten aan de wegsplitsingen zoals punt C, maar al snel hadden we onze weg rond Camping Domaine de Bélézy gevonden en bereikten we punt D (les Combarets), dat echter niet juist volgens de kaart bleek te liggen, maar wel een S-bocht verderop, dan nog even verder gereden tot aan de wegwijzer naar Les Clops, even verwarring, maar hier moesten we dus gewoon rechtdoor, dit leek verder duidelijk te zijn, vanaf hier zouden we waarschijnlijk geen problemen meer moeten verwachten…. (De hierboven en -onder genoemde cursief getypte locaties kun je vinden op de interactieve Google-map van de routes Forrestier en Grandonneur - opent in een nieuw venster).
Terug naar Bedoin gereden, waar we ook nog het begin van de tweede bosroute Jean des Baumes wilden verkennen. Op punt C namen we de splitsing volgens de kaart rechtsaf, en volgden de asfalt weg die ons naar les Colombets leidde, hier even twijfel aan de boerderij, maar we vonden al snel het punt D, dat achter de boerderij ligt , vanaf hier volgden we de GR91 rechtsaf. Na de eerste bocht naar links moesten we even stappen, we vonden het niet nodig om hier al iets te bewijzen. Iets verder weer de fiets op, en de GR91 weer verder gevolgd. Plotseling een beetje afdaling en onderaan grote plas water op de weg, van bovenaf gezien was er mogelijkheid om links rond de plas te rijden, wat ik dan ook probeerde… op het laatste moment echter leek de schuine kant véél te steil, en schoof ik al rijdend gewoon de plas in… water, modder, met het gekende resultaat. Marc zag dit gebeuren en wilde de plas aan de rechterkant omzeilen, maar bleef met zijn voet achter een schuin opgespannen metaaldraad hangen, gelijktijdig reed hij op een scherpe puntige steen zijn voorband lek… wat een toeval. Gelukkig niks ernstigs gebeurd en een lekke band is zeker geen probleem voor ons. Wat later waren we al aan de bocht van St. Estève, en na een paar minuten waren we weer "thuis" in St. Colombe. Genoeg voor vandaag!
Die avond werden de tijdsplannen gemaakt, en met onze begeleiders besproken, de volgorde van de ritten lag reeds vast, morgen zouden we alles in gereedheid brengen, maar eerst nog eens goed gaan slapen, want tijdens de vorige nacht hadden we vooral gereisd.

Zondag 20.05.07: een rustdag vandaag
We hadden voldoende tijd om alles klaar te leggen, wat in de auto moest voor morgen, voldoende drank, water, energie voeding, fietsmateriaal, reservekledij, rittenschema en tijdsplanning…. Samen met Marc ben ik in de namiddag nog naar Bedoin gereden met de racefiets deze keer, we haalden onze eerste stempel op voorhand bij La Route du Ventoux tegenover de startlijn, nog even de laatste meteo-info bekeken, en gerustgesteld fietsten we daarna weer terug, in St. Colombe nog even verder gefietst tot aan de afslag naar Route des Cèdres, de benen voelden goed aan, we waren klaar voor morgen… De fietsen werden voorzien van de nodige verlichting, we wisten immers al dat dit zéééér belangrijk was.
Nog even de volgauto ingeladen, de fietsenrek werd juist afgesteld, zodat we onderweg niet moesten beginnen te prutsen. We waren er nu echt helemaal klaar voor.
Nog enkele uurtjes gaan slapen, de wekkers werden ingesteld, het werd nu stil in huize l’Ousteau, we zouden nog een drietal uurtjes kunnen slapen… nu ja, slapen??

Maandag 21.05.07: De lang verwachte dag
23.00: Het was een zeer korte nacht, en ontbijten voor middernacht is ook niet écht bevorderlijk voor de spijsvertering, maar wel noodzaak in ons geval. Om 23.45 vertrokken we dan naar Bedoin, voor de eerste klim van de dag… de verlichting werd uitgetest tijdens het afdalen, zelf had ik twee lampjes tegen elkaar getaped, één breedstraler en één verstraler, samen vormden ze een zeer mooie en brede lichtbundel, die straks vooral nodig zou zijn omdat we twee keer in het donker zouden moeten afdalen naar Malaucène… Marc had zich voor de gelegenheid een wielershirt met de Belgische driekleur aangeschaft, zo zou hij zeker de aandacht van eventuele landgenoten trekken…
Aankomen aan het fonteintje In Bedoin slaat de klok in de toren middernacht, onze timing was prima!!!        

 

Klim 1: Bedoin – Top1: (0h01 – 02h27)
Nog een foto gemaakt aan de startlijn met de afstandsbediening van de fotocamera, en we waren weg voor een dagje fietsen. Het was rustig op de weg nu, slechts één enkele auto kruiste ons pad nabij de bocht van St. Estève. Vanaf dan was er van verkeer geen sprake meer, we waren weer op onszelf aangewezen. En op de witte kantlijnen, die goed zichtbaar waren in onze schijnwerper, en langzaam maar zeker weer achter ons in het donker verdwenen. Regelmatig moesten we even de hartslagmeter raadplegen, maar we waren goed bezig, er was niks om ons zorgen over te maken. De temperatuur was goed, het was niet te koud, we reden gewoon in korte mouwen. Af en toe geritsel in de bossen, links en rechts van ons. Tegenover het Pavillion de Roland echter, werd het even menens, doorheen het stuikgewas werden we zo’n 50 meter gevolgd door een briesend beest, we hadden hem duidelijk gestoord tijdens één van zijn nachtelijke bezigheden. We waren duidelijk niet op ons gemak, maar gelukkig bleef het hier bij, en wat later waren we bij Chalet Reynard. De waterpomp die vorig jaar zoveel goed lavend werk geleverd had, bleek nu niet meer te werken, maar gelukkig hadden we voldoende drank voor twee nachtelijke beklimmingen meegenomen.
En dan was er de wind, vanaf Chalet Reynard kregen we de ene windvlaag na de andere te verduren, dit hadden we niet verwacht, nochtans er was geen wolkje aan de lucht, de dorpen beneden lagen er weer mooi verlicht bij. Des te hoger we kwamen, des te harder de wind waaide, maar we vochten ons een weg tot boven. In een mooie tijd bereikten we de eerste keer vandaag de top. Natuurlijk werden hier een paar foto’s gemaakt, het was nodig om beide fietsen goed vast te houden, ze zouden anders gewoon van tegen de muur zijn omgewaaid. Het was koud boven, onze windstopper uit de rugzak genomen, tijdens aankleden de voet stevig op de rugzak moeten zetten om te vermijden dat alles zou gaan vliegen….

       

Komaan! naar beneden… we begonnen aan de afdaling naar Malaucène. De eerste paar honderd meters waren moeilijk door de windstoten die ook aan deze kant van de top hun best deden. Opletten in de laatste kilometers naar de slagboom aan Tournant de l’Anglais, hier liggen een paar linke bochtjes, die je maar beter kunt gezien hebben in het donker. Groot licht maar opzetten dus, mijn dubbele koplamp komt nu heel goed van pas!!! Drie herten spurten ineens voor ons weg, en lopen voor ons uit over de weg naar beneden, mooi was het om te zien hoe  lenig die dieren zijn als ze plots met een korte haakse bocht weer in het bos verdwenen. Vanaf Mont Serein hadden we geen last meer van de windvlagen, en het was verder een heel rustige afdaling, maar wij bleven natuurlijk heel erg alert, je kan immers nooit weten welke viervoeters er tijdens het nachtelijk uur de weg afschuimen. Halverwege de afdaling werd het weer lekker warm, maar vreemd genoeg daarna weer terug kouder. Na een lange en zeer voorzichtige afdaling reden we Malaucène binnen. Foto gemaakt aan het Office du Tourisme, wegens de kou twijfelen we even of we onze windstopper nu al wel terug zouden opbergen, maar we besluiten toch maar in korte mouwen te beginnen aan de tweede beklimming. Oei! We lagen een kwartier achter op ons schema, geen tijd te verliezen dus… snel een broodje banaan en een reepje gegeten, het slapende Malaucène lieten we achter ons en we begonnen aan onze tweede beklimming…

Klim 2: Malaucène – Top 2: (03h21 – 06h01)
Na enkele minuten hadden we weer de juiste cadans gevonden, op de vlakkere stukken lieten we ons niet misleiden, we hielden ons bewust aan ons tempo, we wisten immers dat we alle krachten later zeker nog nodig zouden krijgen. Dan naderden we Mont Serein, en kwamen de steilste stukken uit deze klim. Het was hier dat de eerste auto van de dag ons passeerde, nadat hij even langzaam achter ons had gereden.
Er werd even kort geclaxonneerd op ons, bij het voorbijrijden merkten we op dat de wagen een Belgische nummerplaat voerde, de chauffeur had vast de trui van Marc opgemerkt. De wind liet zich stilaan weer voelen, en ook de zon kwam nu stilaan weer op, tijdens de laatste kilometer zien we weer het prachtige silhouet van de top van de Mont Ventoux opduiken, waarachter de lucht rood begint te kleuren. Wow! We beseften dat er maar weinig zielen zijn die dit ooit zullen zien. Natuurlijk enkele prachtige foto’s gemaakt. Dan was het weer vechten tegen de wind, die langs alle kanten op ons inbeukte. Toch haalden we zonder een voet aan de grond te zetten de laatste bocht. De top was weer in zicht… maar er was nog meer, de chaffeur die ons passeerde had laag bij de grond postgevat met zijn video-camera. Ook hij moest vanmorgen duidelijk vechten tegen de wind. Zo werden onze inspanningen voor de tweede aankomst boven op film vastgelegd. De man was verbaasd om te horen dat dit reeds onze tweede passage van de dag was, en hij besloot om nog maar een beetje verder te blijven filmen. Het leek wel een interview, "Hoe is jullie naam? Wat is jullie leeftijd? Van waar zijn jullie?" Wij moesten ondertussen weeral opletten dat we geen kledij lieten vliegen, met één voet op de rugzak en met één been tegen de fiets trokken we snel weer onze windstopper aan, en waren weer klaar voor de volgende afdaling, we zouden dadelijk weer terug afdalen naar Malaucène. Nog snel werden er enkele woorden gewisseld met de cameraman van dienst, spijtig dat we van hem geen gegevens hebben gevraagd, dat filmpje zou vast wel eens de moeite kunnen zijn…. dus hopelijk leest ook hij dit verslag , en krijgen we dat filmpje alsnog te pakken…

Wij dus weer naar beneden, het was nu weer licht geworden en het afdalen was nu al veel eenvoudiger dan vanmorgen. En veiliger ook trouwens, de wind was er nog wel steeds, maar merendeels in de rug nu, eindelijk konden we de remmen af en toe weer helemaal loslaten, plaatselijk werd de 80 per uur overschreden en in een mum van tijd waren we deze keer beneden in Malaucène. Hier was de temperatuur nu duidelijk al gestegen, het was hier veel aangenamer nu. Voor het eerst vandaag zagen we onze begeleiders op de parking. Drinkbussen bijvullen, rugzakje met handschoenen, windstopper en beenstukken in de auto gelegd. We aten een broodje, een sinaasappel, vulden de achterzakken bij met de nodige energiereepjes en gels. Nog een koffie, stempelen, bewijsfoto’s maken aan de fontein, en we konden weer op pad, voor derde keer naar boven nu, derde keer … goede keer, luid het gezegde dan! Maar we hadden wat achterstand op ons schema, niet getreuzeld dus…

Klim 3: Malaucène – T. de l'Anglais – R. Chamois- Plaine des Hermitants – Top 3: (06h45 –10h28)
Derde keer, goede keer… Dat dachten we althans, want bij mijn fietsmaat Marc draaide het nu niet meer zo goed als voorheen. Hij zag ‘zwarte sneeuw’, zei hij, en de benen waren stilaan helemaal ‘kapot’ aan’t gaan… De fietsers onder ons zullen deze taal wel zonder meer begrijpen…. Maar we moesten verder, kom op Marc, denk aan waarom we hier zijn, denk eraan hoe veel we getraind hebben, even rustig peddelen, maar wel blijven doorgaan, blik twee meter voor je op het asfalt, pijn doet niet echt pijn, het is nu of nooit meer, weet je nog vorig jaar … Mijn vrouw had de auto even verder naast de weg geparkeerd, en Marc gaf hier zijn helm af, hij wou de klim verder zonder fietshelm afwerken. 

       

Dan dacht ik weer aan de film van Marc Herremans en riep "Never give up!". Marc keek even op, en het leek alsof hij toen de knop omzette, "Never give up!", riep hij toen zelf, en ik wist dat de moraal weer goed zat, ondanks de moeilijke momenten. De wind en de koude tijdens de eerste beklimmingen zaten hier waarschijnlijk wel voor iets tussen. Wat verder passeerden we een bejaarde fietser met een grijze baard en knalrode trui, die met een vrij groot verzet, té groot volgens ons, heel traag op weg was. "Zou die ook helemaal naar boven fietsen?", vroegen we ons af, dit leek in onze ogen wel onmogelijk. Af en toe zag Marc nog wel wat "zwarte sneeuw", maar na een tijdje bleek alles weer weg gesmolten, de zon liet zich nu al weer goed voelen. Het leek alsof Mont Serein nu ineens véél verder lag, maar uiteindelijk bereikten we toch le Tournant de l’Anglais, waar onze volgauto stond te wachten met de mountainbikes. Weer wat extra gedronken, een koekje gegeten, schoenen gewisseld, en we begonnen nu vanaf hier aan Route des Chamois, de volgauto zou plaats gaan vatten aan Plaine des Hermitants. We kenden dit pad maar al te goed, eerste relatief vlak en dan afdalen tot Les Grands Pins, dan weer licht stijgend tot aan le Jas des Pèlerins, het liep naar het einde toe nog steeds geweldig, en na een klein half uur konden we de mountainbikes weer omwisselen naar de racefietsen. Wat een luxe nu, er was geen wind meer te bespeuren, en na het eerste off-road traject liepen de dunne bandjes weer als vanzelf. Desondanks moest Marc nog wat moeilijke momenten doorbijten. We naderden de top voor de derde keer nu, en nu waren we hier niet meer alleen, er waren nu al meerdere fietsers aan hun slotklim bezig. Er was nu beduidend veel minder wind. Gelukkig! Bovengekomen was een koppel zo vriendelijk om voor ons op het knopje te drukken, en ziezo, ook die foto hadden we, we konden weer… Toch maar weer de warme windstopper aangetrokken, en we konden weer afdalen, naar Bedoin deze keer. Na twintig minuten stonden we beneden op de markt. Letterlijk dan, het was immers marktdag in Bedoin. Toch even tussen de mensen door gewriemeld om te gaan stempelen, een archieffoto, en dan snel naar de auto, die voor de gelegenheid op de parking van La Route du Ventoux mocht staan. Eten ging nu al wat moeilijker, maar een sinaasappel tussendoor deed ook nu weer wonderen, Nadat de drinkbussen weer waren bijgevuld waren we er weer klaar voor, we moesten wel, de tijd liep…. Komaan !

Klim 4: Bedoin - Route des Cèdres – Tournant de l’Anglais – Top 4: (11h05 – 15h27)
En daar gingen we weer, de volgauto zou naar de afslag van Route des Cèdres rijden,en ons daar opwachten. We wisten dat we nu onze krachten moesten doseren, en reden rustig aan weer weg uit Bedoin. Een bestelwagen van Bio-racer, met Belgisch kenteken had plaatsgevat naast de weg, en een fotograaf maakte foto’s van een renner die net voor ons reed. De driekleurige wielershirt van Marc bleef niet onopgemerkt, ook wij werden even later zonder pardon op de gevoelige plaat gezet, en even later maakten we een babbeltje met de renner voor ons. De man bleek een gepensioneerd vertegenwoordiger van Bio-racer te zijn, die na 32 jaar nog eens de Ventoux wou beklimmen. We vertelden hem dat we vandaag al voor de vierde keer naar boven reden en dat we er daarna nog twee moesten. Natuurlijk grote verwondering en even later liet de man ons rustig alleen verder rijden, hij wou zelf wat vertragen. We reden echter op ons gecontroleerd tempo verder, de volgende bosroute wachtte immers op ons. Plots rijdt de bestelwagen van Bio-racer naast ons en de bestuurder roept naar ons: "Wat heb ik gehoord? Gaan jullie voor 6 keer? Niet normaal!!!" En weg was ie, en een driekwart uur na ons vetrek in Bedoin waren Marc en ik weer aan de volgauto, die ons keurig aan de afslag naar Route desCèdres opwachtte. Hier nog wat koude pasta gegeten, goed gedronken en gewisseld van fietsen, we konden alweer het bos in, de volgauto zou daarna volgens afspraak gaan postvatten aan le Tournant de l’Anglais…

       

De Route des Cèdres viel ons zwaar tegen dit keer, het liep niet ondanks de geringere stijging in het begin. Het was hier dat het te weinig slaap ziet duidelijk liet voelen, maar goed dat we de weg hier reeds blindelings kenden, want het werd verderop nog ruwer en moeilijker, omdat er in het laatste en steilste stuk overal snoeihout over de weg lag. Hier was het slalommen tussen grote dennentakken door, opletten dat we niet onderuit gingen over de ontbladerde takken die her en der over de weg lagen. Op het laatste stuk zaten we er allebei een beetje door, maar toch hebben we mekaar een paar keer aangemoedigd met een luide "Never give up!", en als op automatische piloot reden we verder, we waren zeer tevreden toen we eindelijk les Grands Pins bereikten. Even een korte stop, een foto, en dan ging het links omhoog richting Tournant de l’Anglais, we kwamen hier toe met een half uur vertraging op ons schema. Snel een energiekoekje naar binnen, één drinkbus weer gevuld, en weer op de racefiets. Weer dat heerlijke verschil tussen onze mountainbike en racefiets op het asfalt. Ik voelde na honderd meter echter dat ik even rustig moest vertrekken,ik voelde een kramp in mijn rechterbeen opkomen, opletten! Ik moest uit het zadel, been helemaal uitstrekken tijdens het rijden, versnelling zo klein mogelijk geschakeld. Even op de tanden bijten was nodig, maar na een tiental minuten was het voorbij, maar ik wist dat vanaf nu waakzaamheid geboden was… Op de top aangekomen, viel het ons dadelijk op dat hier nog iemand was die we onderweg hadden ontmoet … het was de bejaarde grijsaard met de knalrode wielershirt, die we vanmorgen tijdens onze derde klim vanuit Malaucène ingehaald hadden. Hij had het in zijn eentje en op zijn dooie gemakje dus ook gehaald, een dikke proficiat man! De man stond dan nog precies op de juiste plaats, en hij was meer dan bereid om een foto van ons beiden te maken. Bedankt maat ! en nog vele jaren fietsplezier…
Het was nu lekker warm boven op de top, het was nu zelfs windstil, toch trokken we onze jasjes weer aan, en al snel suisde de wind ons weer om de oren tijdens het afdalen. Nu leek het erop dat iedereen naar boven reed, we passeerden zeker een honderdtal fietsers op onze terugweg. Desondanks de vele kleurige outfits, merken we op dat we niet echt fris meer waren, opletten en alert blijven was de boodschap, ook al werden de oogleden soms zwaar… In Bedoin snel weer een foto gemaakt, de volgende stempel gehaald, en weer naar de auto, het was hoog tijd om wat te eten. Wat pasta, met fruit en brood werd naar binnen "gedronken", want anders lukte dat niet meer. Een wafeltje, een halve sinaasappel, een banaan moesten ook nog naar binnen. Nog een paar energierepen en gel in de zakken gepropt, en we konden beginnen aan klim nummer vijf.

Klim 5: Bedoin - Route des Cèdres – Route des Chamois – Top 5: (16h16 – 20h32)
Weeral het zelfde stuk D974 tot aan de afslag naar Route des Cèdres, we werden nu een paar keer voorbijgestoken door een snellere fietser, we hadden daar nu geen enkel probleem mee, en bleven gewoon op ons tempo rijden, zeker onszelf niet opblazen … dat wisten we maar al te goed. Hoe dichterbij Route des Cèdres we kwamen, hoe stiller we werden, we beseften beiden maar al te goed dat het deze keer nog wat minder goed zou gaan, en dat het ondertussen ook heel wat warmer geworden was. Op wat wind moesten we nu niet meer rekenen. Niet getreuzeld aan de auto, drinkbussen bijgevuld, een extra energiedrankje in de achterzak, en al vlug zaten we weer in het zadel, en begonnen aan waarschijnlijk het moeilijkste deel van de dag. Voor ons dan toch, want net zoals daarstraks liep het alsmaar slechter des te verder we kwamen. Maar we bleven rijden, we moesten, ik merkte dat ik soms bijna indommelde, door het eentonige geluid van de dikke banden op het kiezelpad. Marc zei ook niks meer nu, we wisten beiden dat we nu nog één keer naar les Grands Pins moesten, af en toe riepen we een luide "Never give up!" om de stilte te breken.

       

Na een tijdje lagen de takken weer over de weg, we wisten nu dat het niet ver meer was, nog drie bochten nu, nog twee, nog één ….Grands Pins! Pfff, De Route des Cèdres heeft zijn sporen nagelaten, doorrijden nu, en langzaam maar zeker reden we voor de tweede keer de Route des Chamois op, het liep nog even bergop, maar al snel ging het in dalende lijn naar Plaine des Hermitants. Gelukkig stonden onze weldoeners ook hier weer keurig op tijd te wachten op ons, de achterstand op ons schema was nu een dik half uur. Moest kunnen, wisten we… fietsen gewisseld, en wij weer weg. We wilden nu immers in een"redelijke" staat bovenkomen, en we besloten de slotklim op het kleinste verzetje nemen, en dat was een goede zaak, het leek weer wat makkelijker te lopen nu, we passeerden weer Fontaine  de la Grave en gingen vanaf hier af en toe even kort op de trappers lopen, er waren nu bijna geen fietsers meer te zien, de volgauto passeert ons, en zou boven op ons wachten. Ondertussen nam Martijn nog een reeksje foto’s van deze twee "Diables du Mont Ventoux" tijdens hun vijfde klim. We begonnen ondertussen af te tellen, de voorlaatste slotklim zat er bijna op, komaan… waar was die bocht van Hincapie, zoals wij die ondertussen noemden? Vanaf dan waren het nog drie bochten,er was geen wind meer nu, we voelden wel dat het weer kouder werd, en daar was de gedenksteen van Tom Simpson al, komaan Marc, nog even op de tanden bijten nu…, en even later waren we er voor de vijfde keer. Snel een paar foto’s voor de volledigheid, de windstoppers en beenstukken uit de auto genomen, het was nu bijna half negen 's avonds en hoog tijd om naar Sault af te dalen, het werd nu ook stilaan weer donker. De afdaling liep vlotjes, wat echter niet wil zeggen dat het snel ging, een slechter wegdek, een geringere daling, veel bochten, en het laatste steile stuk bergop van 10% bij het binnenrijden van Sault, kostte ons dik veertig minuten. Foto genomen aan het Office du Tourisme Region Sault, straatje omgereden voor de nodige stempels, wat deze keer heel vlotjes verliep. Dan nog vlug het restje pasta opgegeten, en een koffiekoek, drinkbus nu met water bijgevuld, en nu was het de hoogste tijd, we moesten immers beginnen aan onze zesde beklimming.

Klim 6 : Sault – Top 6: (21h20 – 23h45)
Komaan Marc, we moesten minstens 10km/h kunnen halen tot Chalet Reynard, dan zouden we het halen. Tien per uur, twaalf per uur, soms een vlakker stuk, vijftien per uur… "Te snel!",  riep Marc, "Ietsje minder", terug tien per uur, twaalf per uur …"Te snel!" Even temporiseren, daarna langzaam weer versnellen… "Te snel!" Komaan, even drinken, Marc een tabletje druivensuiker gegeven, het is nu of nooit…, geen herkansing meer…, denk nog eens aan Marc Herremans…komaan…  Never give up!!!  Dit leken wel toverwoorden nu, Marc wou nu zelfs op kop rijden, en het ging hem nu weer beter, we haalden onze twaalf per uur nu. Yes! De lampjes werden weer aangestoken, het werd nu reeds goed donker, en wij voelden dat het erin zat, ondanks onze vertraging. In de laatste kilometers voor Chalet Reynard, werd het weer vlakker, dat wisten we. Op deze stukken konden we zelfs groter schakelen, en op de pedalen gaan lopen, naar het einde toe liep het weer makkelijker, nog een paar haakse bochten, plots staat er "3km" op de weg geschilderd, wat …zijn we hier al?? Verderop staat er een aanmoedigende "1km" geschilderd, en al snel naderden we Chalet Reynard. Het was pas tien voor elf  toen we aan de slotklim begonnen. Euforie! Tijd zat, we voelden ons nog goed, en de laatste klim mocht  immers nog een uur duren. Desondanks hielden we gewoon een goed tempo aan. De volgauto passeerde ons, Martijn had zich voorgenomen om wat foto’s van onze nachtelijke klim te maken, en even later flitste het een aantal keren hevig rondom ons. "Kijk zoon", riep ik, "Vijftig is nog helemaal niet oud!!!"… "Ik zie het", antwoordde Martijn lachend, ik besefte dat dit een moment was dat hij nooit meer zou vergeten… Marc begon nu zelfs te zingen, een onbekend liedje over fietsen en cannibalen of zoiets, ik had het alleszins nog nooit voorheen gehoord, en hijzelf ook niet!!! Dan werd het weer stil rondom ons, de volgauto was verder gereden en zou ons boven opwachten. Windstil was het nu, geen geluiden meer te horen nu, doodse stilte op het asfalt, we hoorden weer hoe de ketting zachtjes over de tandwielen liep, en links van ons zien we heel ver uitgestrekt de verlichte dorpen liggen. Voor ons zagen we de rode bakens op de toren, af en toe verscholen achter de rotsen, dan weer goed zichtbaar. Een enige belevenis. En we naderden, we reden nog maar eens voorbij de gedenksteen van Tom Simpson, nog één kilometer nu, het was bijna spijtig dat dit de laatste klim was … wat een verschil met die eerste winderige klim van vanmorgen! En toen we de laatste bocht namen kwam het besef, we waren geslaagd in ons opzet, we hadden de zes beklimmingen netjes volgens de regels afgewerkt, wij… de "duivels" van Diepenbeek, mochten ons vanaf nu zelfs "Cannibales du Mont Ventoux" gaan noemen…. Ons doel was bereikt.

       

We waren natuurlijk zeer tevreden, net als onze dappere dames, die vandaag ook weer een pracht van een prestatie neergezet hebben. Zonder hun hulp zou de dag vandaag er heel anders hebben uitgezien. Nog een paar foto’s van het Cannibalen-duo, en daarna volgde nog een koude afdaling, dit keer rustig en veilig achter de auto aan. Bibberend van de kou, maar voldaan arriveerden we terug aan ons vertrekpunt in St. Colombe. Slaapwel !!!

Lucien Valkenborgh

Polar grafiek Cannibale 21-5-2007

Polar-grafiek Cannibale van Lucien Valkenborgh

Polar Lucien (Polar S610)
Gemiddelde hartslag:134    Hoogste hartslag:167
Verbruik:15840 Kcal
Hoogtemeters: 9295hm
Temperatuur minimum/ gemiddeld/ hoogste: 7°C /18°C /33°C
Gemiddelde/ Maximum snelheid: 14.6 km/h / 81.6km/h
Totale afstand: racefiets 227km + mountainbike 41km = 268 km
Totale tijd: 23h43’    Polar Marc (Polar S720i)
Gemiddelde hartslag: 129    Hoogste hartslag:158
Verbruik: 9141 Kcal
Hoogtemeters: 9285hm
Temperatuur minimum/ gemiddeld/ hoogste: 7°C /16°C /33°C
Gemiddelde/ Maximum snelheid: 14.6 km/h / 84km/h
Totale afstand: racefiets + mountainbike = 268,4 km
Totale tijd: 23h43’

 

Voor onze Cannibale hebben we samen:

15h35’ = 79% van onze tijd = 134,5 km geklommen
  3h05’ = 16% van onze tijd = 120,6 km afgedaald
  1h05’ =   5% van onze tijd =  13,4 km vlak gereden