klaas bos thumbVol goede moed vertrokken we in een grote groep vanuit Nederland naar Zuid-Frankrijk voor de grote fietstocht. Maar de beklimming van de Kale Berg draaide uit op een rit vol ontberingen.
De Italiaanse dichter Petrarca was de eerste beroemdheid die – voorzover bekend – de Mont Ventoux beklom. Dat was op 26 april 1336. Daarmee was hij een van de eerste toeristen in de menselijke geschiedenis, de eerste bergsporter. Hij schreef in een brief dat hij op de top had gelezen in een meegebrachte zakuitgave van de “Confessiones” van de kerkvader Augustinus.

Toen ik in juni 2008 op de top van de Mont Ventoux arriveerde kwam ik aan lezen niet toe.

Voor mij was een ongeluk in september 2007 de directe aanleiding tot de beklimming, lees daarover Jezelf bewijzen. Het initiatief kwam van enkele collega’s, die daarvoor een organisatiebureau in de arm namen. Aangevuld met andere fietsliefhebbers kon een hele touringcar worden gevuld.

Slechte vooruitzichten

Na een dag in de bus kwamen we aan op camping Carpe Diem in Vaison-la-Romaine. Er was daar net een onweersbui gevallen. De volgende dag waren er meer buien. Niettemin maakten we via Col de la Madeleine een oefentocht van 49 km naar Bédoin. In Bédoin regende het ook, zodat we onze cappuccino onder dak moesten drinken.

Door de canyon

Ook de dag van de grote beklimming begon met regen. Aangezien ik voor het eerst in de bergen ging fietsen, zou ik starten vanuit Sault, de makkelijke kant. Om daar te komen, gingen we via Bédoin, Flassan en Villes-sur-Auzon naar de Gorges de la Nesque. De 20 km lange weg door deze canyon klimt van 300 naar 700 m hoogte. Het was spectaculair om door zo’n canyon te fietsen.

Via Monieux bereikten we Sault, waar we neerstreken op een terras.

Naar de top van een verdwenen berg 

De grote beklimming

Terwijl wij wachtten op onze koffie werd de Mont Ventoux, die we vanuit Bédoin nog vaag konden zien, definitief door wolken omhuld. Een onheilspellend regenscherm kwam onze kant uit. We bleven niet langer wachten, maar trokken onze regenjasjes aan – onze variant van “de mouwen opstropen”.

Van Sault naar de top van de Mont Ventoux is 26 km, van ca. 700 m naar 1912 m. De eerste twee kilometer kregen we cadeau, want die zijn vlak. Zo konden we wennen aan de regen die steeds harder begon te vallen. Na een kilometertje klimmen viel de groep uiteen en verstomden de gesprekken.

Mist, regen, water op de weg, het was fris en daarbij moest er ook nog geklommen worden.

Ik las de afstand af van de kilometerpaaltjes. Vijf, zes, zeven, acht, negen, tien… Elk paaltje vertelde mij dat ik weer zo’n 50 m hoger was gekomen. Ondertussen bleef het regenen, werd de mist steeds dichter en daalde de temperatuur.

Toen volgde er een relatief vlakke kilometer: we bereikten Le Chalet Reynard. Dat was gedacht als verzamelplaats, maar onder de gegeven omstandigheden wilde niemand blijven wachten.

De laatste zes kilometer gingen van 1417 naar 1912 m in een gelijkmatige klim. Nu kwam het er écht op aan. Ik voelde me nog goed, maar ik was boos op die rotmist en die rottige regen. Ik gooide mijn lichtste verzet in de strijd, 38-28. Ik telde nu niet meer elke kilometer, maar elke hectometer. Mijn enige baken daarvoor was mijn fietscomputer vanwege de mist en het ontbreken van kilometerpaaltjes.

Het monument voor Tom Simpson was in de mist bijna aan mijn aandacht ontsnapt.

Tenslotte passeerde ik een restaurant en bereikte het weerstation op de top. Het regende nog steeds. Het was zo mistig dat ik top van de toren niet kon zien, van uitzicht was absoluut geen sprake.

En koud dat het daar was! Het weerstation meldde 6 graden en daar was ik niet op gekleed. Ik nam vluchtig een kijkje in een souvenirwinkel, waar de aanwezigen mij grijnzend begroetten, want ik was als een verzopen kat.

Het was zo mistig dat ik top van de toren niet kon zien..

Ik ging gauw terug naar dat restaurant, onze verzamelplaats. Hier warmde ik weer een beetje op, maar de kleren bleven drijfnat. Uit voorzorg was het restaurant voor driekwart afgesloten om het waterballet te beperken. Het koffieapparaat was defect, maar wel was er warme chocolade en appelgebak – weer eens wat anders dan isotone dorstlesser en energiereepjes.

Terug naar de zon

Daarna volgde de afdaling. Het moeilijkste daaraan was de eerste stap buiten het restaurant: het regende nog onverminderd, het was mistig en koud. Ik wilde geen minuut wachten om te vertrekken van deze verschrikkelijke plaats. We reden langs het weerstation op de top en kregen daarna de volle laag – alsof iemand een douchekop op je gezicht richt.

Ik hield in, want voorzichtigheid was geboden in de afdaling over drijfnat asfalt. De weg leek wel een bergrivier. Door de kou bevangen trilden mijn armen, maar ik slaagde erin mijn fiets op koers te houden. Een enkele keer stopten we even om bij te komen van het continue remmen.

Terwijl we zo afdaalden, steeg de temperatuur. Het werd zowaar droog en de mist trok weg, zodat we toch nog een mooi uitzicht hadden. Tegen de tijd dat we Malaucène bereikten, was de temperatuur weer aangenaam.

De beklimming was volbracht.

Alle deelnemers hielden aan deze bizarre tocht hun eigen sterke verhaal over. Dit was het mijne.

De volgende dag was het opgeklaard en vanuit de touringcar, op weg naar huis, hadden we een prachtig uitzicht op de Mont Ventoux.

I’ll be back…

Dit blog werd met toestemming van de auteur overgenomen van www.klaasbos.blogspot.com.